dinsdag 10 maart 2009

Bijpraten


Ik moet nodig bijpraten hier ;-). Ik geloof niet, dat ik eerder een week lang niet schreef. Een echte reden heeft het niet. Zomaar van alles bij elkaar. Drukte in het huishouden, visites, verjaardagen, een computer die het niet goed doet. Alles bij elkaar genoeg, om de computer even uit te laten. Ook wel fijn, om gewoon eens even een poosje niet achter de computer te zitten. Maar nu ben ik er dan weer.

Vorige week woensdag had ik een heel leuke ontmoeting met Mariëtte Woudenberg van www.PuurTaal.nl Mariëtte is een boek aan het schrijven over zuinig leven en heeft daarvoor verschillende 'portretten' van consuminderaars gemaakt. Voor zo'n portret kwam Mariëtte mij interviewen. Ik vond het heel leuk om te doen en natuurlijk vind ik het ook best spannend om in een boek te komen ;-).

Ik heb gemerkt, dat er al weer heel wat mensen bezig zijn met het samenstellen van de zomergarderobes. Er kwamen vorige week al wel van 4 kanten zakken en dozen met kleding deze kant uit. Geweldig natuurlijk, dat dat allemaal zomaar wordt gebracht! De andere kant van de medaille is, dat het het begin inluidt van een rommelige periode met overal stapeltjes kleding. Niet m'n favoriete klus, die kleding! Maar goed. Wat moet, dat moet.




Zaterdag gingen wij weer inkopen doen bij de boer. Ik had aardappels en appels nodig en verder liet ik me maar weer verrassen, met wat er over was. Deze keer waren het onder andere 2 doosjes spercieboontjes (een kilo of 8 schat ik). Heerlijk! Verder waren er snijbonen. Die hebben we vandaag gegeten. En ook had de boer nog een kilo of wat heerlijk verse prei voor me. Dat is lang geleden, dat we dat gegeten hebben. Ik ga er in elk geval een lekkere ovenschotel met kaas mee maken.

Morgen houden wij Biddag voor gewas en arbeid. We hebben allemaal een vrije dag van school en werk en gaan naar de kerk. Op deze dag eten wij traditioneel vlees met peren. Wij eten dat met Dankdag (de eerste woensdag van November) voor de eerste keer in het seizoen en met Biddag voor het laatst. Vlees met peren is een ouderwets streekgerecht uit de Hoekse Waard. Oorspronkelijk was het Spek met peren. Maar al zolang ik het me kan heugen, noemen wij het Vlees met peren. Wij eten het gerecht dan ook niet met spek, maar met vlees: varkensvlees. Het is super eenvoudig klaar te maken, het kost alleen heel veel tijd. Het gaat zo: je neemt een aantal Gieser Wildemannen. Voor iedere persoon ongeveer 3. Je boent de peertjes even schoon en doe ze in een ruime pan met een laagje water (ongeschild dus). Je brengt de peertjes aan de kook en vervolgens laat je ze heel zachtjes een paar uurtjes garen. Ze mogen niet echt koken, want dan barsten de schillen. Na een paar uur doe je er het vlees bij. Wij gebruiken hiervoor harskarbonade aan één stuk, wat een paar dagen dik in de pekel (zout) heeft gelegen. Je kunt hiervoor ook gezouten spek of gerookte ham gebruiken. Het vlees leg je bovenop de peertjes en je vult het water eventueel aan, want het vlees moet nét onder water staan. Daarna vervolg je het stoven. Nog steeds héél zachtjes. Na een paar uur is het vlees gaar en zijn de peertjes rood. Het water is veranderd in een lekkere bouillon. Je eet vlees met peren met kruimige aardappels, die je overgiet met de bouillon en waarover je peper strooit. Vroeger was dit een gerecht, wat op wasdag werd gegeten. Op die dag had de vrouw weinig tijd voor eten koken. Dit is typisch een gerecht, waar je nauwelijks werk aan hebt. Om gas te sparen, zet ik de pan vaak een paar uur op de kachel. Ik moet dan wel goed opletten, of het niet te hard of te zacht gaat. De vlees met peren voor morgen, staat al de hele avond zachtjes op en ik verheug me er al op. Het is zó lekker.

Gisteren aten wij trouwens ook iets, waarvan veel mensen niet weten hoe lekker het is: kalkoennekken. Sorry voor de vegetariërs, die meelezen. Die zullen zo langzamerhand wel gruwen. Maar nekken (zowel van kalkoenen als van kippen) zijn nu eens echt consumindereten. Eigenlijk praat je over iets wat tegenwoordig 'afval' heet. Maar dat is het niet! Je kunt van kippennekken heerlijke kippensoep trekken. Het is alleen wat gepeuzel om het vlees tussen de botjes vandaan te krijgen. Maar gebraden zijn ze werkelijk ook heerlijk. Als je maar zorgt, dat alles lekker gaar is, zodat het vlees gemakkelijk van de botjes gaat. Het is prachtig mager vlees. Toen wij zo'n 25 jaar geleden als poelier op de markt stonden, was het nog heel gewoon, dat je, wanneer je een kip kocht, er alles bij kreeg, wat er bij hoort: de looppootjes zaten er nog aan (die moesten we er meestal afhalen, voor de klant) en ín de kip zat een zakje, met daarin een hartje, een maagje, levertje en een nek. Tegenwoordig weten de meeste mensen waarschijnlijk niet eens meer hoe die zaken eruit zien, laat staan wat je er mee aan moet!

Zaterdag heeft Willem de laatste balken hout gezaagd, die we nog hadden liggen. We hebben net genoeg, om het stookseizoen mee vol te maken. En dan gaan we maar weer hard sparen voor volgend jaar.




Er zit iemand achter me, die graag z'n scheikunde wil oefenen, op m'n computer. Ik ga dus snel de foto's erbij plaatsen en houd het voor vandaag weer voor gezien.