zaterdag 22 februari 2020

Huilen

Huilen. Dat is iets waar ik niet goed in ben. Er mag dan eens een traan over mijn wangen rollen, als ik ergens ontroerd over ben of verdriet over heb. Maar zo´n echte huilbui, waarin je je eens lekker kunt overgeven aan je emotie of aan je verdriet? Nee, dat gaat me niet zo goed af.

Maar gisterenavond heb ik dan toch echt eens écht gehuild. Van de pijn en van ellende. Sinds woensdagavond heb ik een erg zere schouder. Ik houd het op een slijmbeursontsteking, hoewel dat nogal een containerbegrip is. Eigenlijk kon ik er beter even door de huisarts naar laten kijken. Maar ik ren nooit zo snel naar de dokter en besloot om het eerst maar eens met pijnstillers en rust een kans te geven. Bovendien had ik zowel donderdag als vrijdag afspraken, die ik maar moeilijk kon verzetten. Geen dokter dus.

Vrijdag had ik nog méér pijn dan donderdag en kon niet veel beginnen. ´s Morgens kwamen er drie oude tantes bij me op bezoek. Die heb ik als een houten Klaas begroet en vervolgens schonk één van de tantes zelf de koffie maar in. O, o. Dat is zo helemaal níet ik :-). Maar goed.

Verder zouden we ´s avonds Hans z´n verjaardag vieren en verwachtte ik toch wel een mannetje of 30 over de vloer te krijgen. Gelukkig sprongen Maaike en Maria meteen in de hulp-modus. Maria haalde donderdagavond de boodschappen en maakte vrijdagochtend vroeg de taarten. ´s Middags hebben Maaike en Maria samen alle hapjes vast klaargemaakt enzo. Bier en frisdrank in de koelkast gezet. Er werden zelfs slingers opgehangen :-).

´s Avonds waren er genoeg handjes die hielpen en zat ik de hele avond op de bank. Pijn te lijden, wel te verstaan. Want het was afschuwelijk. Diclofenac deed ik niets op. Daarom op een gegeven moment maar over gegaan op Ibuprofen. Deed ik ook niets op. Geertje raadde Naproxen aan. Dat gebruikt ze zelf als ze veel pijn heeft van de Reuma. Wim was zo lief om heen-en-weer naar hun huis te rijden om een doosje Naproxen te halen. Uiteindelijk nam ik om elf uur zo´n pil in. Ook dat hielp niet (direct). Daarom nam ik een uurtje later ook nog maar een dubbele paracetamol in. Nou, nou, een complete chemische fabriek. En dat voor iemand die zelden iets slikt! Ik lag op bed en de pijn was niet te harden. Ook niet met de twee pittenzakken ertegen en een kussen ter ondersteuning onder mijn schouder.

Eindelijk kwam de huilbui. Hè, hè. Dat lucht op ;-).

Ook al was het midden in de nacht, ik ben toen toch ook nog maar een uur lang in een warm bad gegaan. Daarna heb ik zowaar een paar uur achter elkaar geslapen.

Vandaag word ik weer aan alle kanten geholpen. Trijnie logeerde bij ons en heeft staan strijken en deed mijn haar. Maaike zorgde voor de was en ruimde hier en daar op. Maria is samen met Jan-Hendrik op stap voor de maandelijkse boodschappen. Ik hoef niets te doen. Mag zelfs niets doen. Het is nog steeds een pijnlijk gebeuren, maar gelukkig een stuk dragelijker dan gisteren. Hopelijk gaat het zo de goed kant op!