vrijdag 24 juni 2016

Uit de oude doos

Ook deze week zijn mijn zussen, m´n schoonzus en ik weer een ochtendje naar het huis van mijn ouders geweest om daar spullen uit te zoeken.

Het wordt steeds moeilijker om daar te zijn. Langzaam maar zeker verdwijnt de sfeer en de geur van het ouderlijk nest. Hoewel er dingen zijn, die er nog precies liggen, zoals ze er lagen, toen onze ouders overleden, is het toch niet meer zo, dat het is, alsof ze elk moment kunnen binnenstappen. Maar we moeten toch onze taak doen. Er is geen haast bij, maar omdat we het erg zorgvuldig willen doen en ook de tijd nemen om herinneringen op te halen en met elkaar te praten, kost het veel tijd.

Deze week deden we de linnenkast. In mijn moeders kast zie je waar ik m´n voorliefde voor keurig nette stapeltjes textiel vandaan heb. Alles lag zó keurig, alsof ze alles met een lineaal had uitgemeten!

Verder kan ik niet aan mijn moeders netheid tippen, hoor. Want mijn moeder was netjes op álle gebied. Zo lag er bijvoorbeeld in de linnenkast een envelop met daarin mijn geboortekaartje en daarbij alle geboortekaartjes van onze 10 kinderen. En zo is werkelijk alles even keurig georganiseerd!




Er lagen stapels nieuwe hand- en theedoeken in de kast, die we nu liefkozend ´retro´ of ´vintage´ noemen, maar in feite gewoon ouderwets zijn. Geen nood. Ik maal niet om een kleurtje. Deze hand- en theedoeken zijn mij een welkome aanvulling.



We kwamen oude fotoboeken tegen. Zwijmel, zwijmel. We laten de boeken rouleren, zodat we er om de beurt van kunnen genieten. Ik heb nu een boek in huis van hun 35-jarig huwelijk. Dat is van 21 jaar geleden. Echt leuk om te zien. Maar het vervult ook met weemoed.

We kwamen een identiteitskaart tegen van mijn vader uit 1960! Hij was toen 24 jaar. Zo leuk om de trekken van onze Hans in die foto terug te zien!



Ook lag er een oud paspoort van mijn moeder. Van toen ze voor in de 40 was.



En wat dacht je van het slagerijtje, waar mijn ouders in 1960, direct na hun huwelijk zijn begonnen?

Slagerij aan de Ringdijk in Ridderkerk


Mijn moeder heeft het zo vaak verteld: ze trouwden op 2 februari 1960.


Mijn moeder had nog nooit een toonbank van de achterkant gezien. Maar de volgende morgen was het vroeg opstaan geblazen: om 5 uur eruit om gehakt te draaien. De winkel moest open! En mijn moeder? Die belandde pardoes achter de toonbank :-). Ze heeft het altijd met plezier gedaan, zoals ze trouwens al haar werk met plezier deed. Wat moet het een hard bestaan geweest zijn, vergeleken met nu. Een wasmachine had mijn moeder niet. Alles ging op de hand. De stamper, die door haar oudste broer ossenbloedrood geverfd was, heb ik een paar jaar geleden van haar gekregen. Ter decoratie...
Een gasfornuis had ze ook niet. Wel drie oliestellen. Een 1-pitter, een 2-pitter en een 3-pitter. Deze stellen heb ik ook van haar geërfd. Ik gebruik de 1-pitter nog heel regelmatig.

Ik zal de komende tijd vast regelmatig over (het leven van) mijn ouders schrijven. Niet alleen omdat dat is wat me momenteel bezig houdt, maar ook om de verhalen na te laten. Nu mijn ouders er niet meer zijn, is het allemaal nog veel kostbaarder geworden...