Vanmorgen ging ik op de weegschaal staan voor mijn (nu) wekelijkse weegmoment. Zo direct na het weekend is dat natuurlijk niet het meest gunstige moment. Maar als je elke week hetzelfde moment neemt, maakt het verder niet zo uit. Als de grammetjes er maar langzaamaan vanaf gaan. Of die nu van de 65 kilo of van de 64 kilo afgaan, is om het even.
Ik werd in elk geval best vrolijk, want er is een halve kilo Teunie verdwenen. Gewoon door de knop om te zetten en weer terug te gaan naar normaal: normaal eten en af en toe, buiten de deur, als er iets te vieren valt, wat snoepen. Ik heb dus mijn eetpatroon weer op de rails en op den duur zal die 5 kilo teveel gewicht daarmee wel verdwijnen. Zoiets hoeft niet in een paar weken tijd. Het is er ook niet in een paar weken bij gekomen.
Om een klein voorbeeldje te geven van de verandering in mijn eetpatroon: vanmorgen had ik rond een uur of tien een leeg gevoel. Niet zo raar, als je bedenkt, dat ik al vòòr zeven uur had gegeten en daarna bijna continue aan het werk was geweest. Tot voor kort betekende dat gevoel: een kop koffie met een flinke koek (zoet en vet!) erbij. Nu nam ik een kom heerlijke, zelfgemaakte pompoensoep. Misschien maakt het in calorieën niet eens zo veel uit. Maar wel qua voeding. Zo´n kom soep is goede brandstof voor je motortje!
Er was nóg iets ontregeld: mijn financiële huishouding. Ook dat heeft direct te maken met de moeilijke eerste maanden van dit jaar, toen mijn ouders ziek waren. En ook dat heeft te maken met verkeerde gewoonten die er langzamerhand zijn ingeslopen. Met een bepaalde gemakzucht, omdat het, als je verdriet hebt, er allemaal bitter weinig toe doet. Maar nu moest het weer terug naar normaal. De knop om!
Maandenlang is er structureel teveel uitgegeven. Denk aan bijna elke dag parkeergeld (bij de ziekenhuizen). Elke dag werd er gereden. Maandenlang ritjes naar Rotterdam, naar Dordrecht en naar Ridderkerk. Dat kostte benzinegeld. Af en toe, als ik met eten niet thuis was, kocht ik iets in het ziekenhuiswinkeltje. Misschien twee of drie keer per week. Toch al snel een euro of drie per keer. Ook had ik geen tijd om voordelige ingrediënten voor de maaltijden bij elkaar te shoppen. En geen tijd om koekjes te bakken enzovoorts.
Naast die extra uitgaven, was er het gemis van de extraatjes, die mijn vader me altijd zo gul toeschoof. Hij was altijd aan het delen! Elke week kwam hij een tasje met een lekker stuk kaas van de markt brengen. En verder bracht hij geregeld vis, fruit, vlees. Hij wist het wel: hij kon alles bij me kwijt en we waren altijd overal blij mee ;-).
Toen mijn moeder overleed, moest er rouwkleding komen. Het meeste hadden we wel voorhanden, maar toch. Willem moest een zwart kostuum, de jongens (die de kist zouden dragen) zwarte schoenen. Hier en daar miste nog een zwarte broek of ander stemmig kledingstuk. Op dat moment was het totaal onbelangrijk, dat er overal een prijskaartje aan hing...
Maandenlang werden er ook geen
Maandboodschappen meer gedaan. Daarvoor ontbrak me de rust om de lijst op de stellen en ook wist ik niet, waar ik de tijd en gelegenheid vandaan moest halen, om alles netjes in de kasten te zetten, als de boodschappen bezorgd werden. Dus vloog ik op zaterdag aan het eind van de middag, of aan het begin van de avond, nog even met twee grote boodschappentassen door de Lidl en griste alles mee, waarvan ik dacht (of wist) dat het op, of bijna op was.
Ook liet ik weleens post te lang liggen. Ik had er gewoon geen erg in, hoe snel de weken omvlogen. En als je dan betalingsherinneringen krijgt, die niet opent, en later ´ineens´ met een aanmaning met aanmaningskosten in je handen zit, dat MOET je toch snel die fakturen betalen, om niet nog verder in de problemen te komen. Zonde van de extra kosten! Soms kost zoiets een euro of 15, maar een enkel keer ook méér!
Nu, een half jaar later, zit ik wat huishoudbudget betreft gelukkig ook weer op de rails. Alles gaat weer zijn geordende gangetje. Alleen de extraatjes van mijn lieve paatje zijn er niet meer. En ook zoiets banaals moet domweg een plekje krijgen. De extra gedane uitgaven compenseer ik langzaam maar zeker weer, door in de bespaarstand te gaan. De boel weer netjes aanpunten. En dat gaat om talloze kleinigheden, die bij elkaar het verschil maken tussen financieel de boel drijvend houden, of zinken.
Zo heb ik aan den lijve kunnen ervaren, hoe mensen door ziekte, gebrek aan energie of door andere oorzaken ongemerkt heel snel in de schulden kunnen zakken. Daar is niet veel voor nodig. Alleen maar een (wat langere) periode, dat de hele financiële rompslomp je niets kan schelen, omdat er ingrijpende zaken zijn, die je aandacht vragen.
We consuminderen nu weer als vanouds. Zo hadden we vandaag restjesdag: een maaltijd waar voor iedereen wel iets lekkers uit te kiezen was en waarvoor ik niets hoefde te kopen. Er was een restje macaroni, een restje zuurkoolstamppot, een restje chili con carne, een restje stoofpeertjes. Ik kookte een paar verse aardappels. Had nog vier hamburgers liggen uit een verpakking, waar er acht in hadden gezeten. Die bakte ik, samen met een restje gehakt, waar ik nóg eens drie hamburgers van vormde. Zelfs de kaas over de macaroni was een restje. Zo´n uitgedroogd stukje kaas, waar je geen plakje meer van kunt schaven. Die doe ik altijd in mijn Tupperware raspaardje. Even draaien en je hebt een bakje geraspte kaas. Het enige nadeel van een restjesmaaltijd is, dat je een enorme berg vaat hebt van vieze pannetjes en schaaltjes. Daar tegenover staat mijn overzichtelijk lege koelkast, die ik morgen eens fijn ga soppen.