Maandagmiddag heb ik m´n auto volgeladen met groenten en fruit. Een deel daarvan wordt verwerkt tot jam of gedroogd (appelringen). Maar de rest moet opgegeten worden, vòòrdat het weggegooid moet worden.
Hoewel wij flinke groenten- en fruiteters zijn, is de overvloed te groot. Ik heb daarom op Samen eten delen e.e.a. aangeboden. Daar is dit keer geen reactie op gekomen. Dus ben ik vandaag wat in mijn omgeving gaan uitdelen. Ook goed :-). Ik kwam juist gisteren een uit een tijdschrift gescheurd blad tegen, wat een poosje bij me aan de muur geplakt zat. Vanwege verdroogde plakkers, was het ergens onder op een stapeltje spullen beland. Maar de spreuk is prachtig:
Intussen wordt hier ook flink van de overvloed gesnoept. We vinden banaan op brood zó lekker. Gewoon alleen banaan, of in combinatie met pindakaas, met chocoladepasta, met een streepje honing, met chilisaus. Mmm.
Ook het toetje bestond vandaag voornamelijk uit banaan: gebakken banaan met een klodder slagroom.
En ik kookte voor 8 man snijboontjes. Mjammie. Ze waren heerlijk!
Ik had verder een van-alles-en-nog-wat dag. Vanmorgen werd ik om 8.45 met Jan op zijn school verwacht voor de jaaropening. Dat was nog haasten geblazen. Verder deed ik een rondje Papendrecht. Ik had op MP een boek gekocht en dat werd naar een Kialapunt gestuurd, anders moest ik een paar euro extra betalen. Wij hebben in Alblasserdam geen Kialapunt, dus moest ik er voor naar Papendrecht. Ben ik meteen maar even naar de Rabobank geweest, want in Alblasserdam is er geen kantoor meer. En soms moet je toch even iets fysiek regelen, in plaats van online. En nu ik toch in Papendrecht was, neusde ik meteen even bij C&A. En laat ik nu toch een leuk jurkje tegenkomen in de allerlaatste rekken van de uitverkoop. Dat was boffen.
Thuisgekomen heb ik samen met Maaike nog weer wat inpakwerk gedaan: chocoladechunks in drie smaken, zonnebloempitten en vleeskruiden. Er piepte, al inpakkend, een leuk zonnebloempittenreceptje bij me op. Dat heb ik snel even gemaakt en op facebook gezet. Voor wie geen facebook heeft, laat ik het hier ook nog even volgen:
Rooster zonnebloempitten in een droge koekenpan tot ze lichtbruin zijn. Doe er een scheutje ketjap, sojasaus of tamari bij. Roer door. En laat afkoelen. Klaar is je lekkere, hartige snack. Tel je vingers maar, voordat je eraan begint!
Vanavond kwam Dirk gezellig koffie drinken. Hij woont hier vlakbij en het is leuk als hij even aankomt voor koffie of een maaltijd. Maria had tijdens het koffie drinken hele verhalen. Zij is vandaag aan haar stage begonnen. Ze werkt in een woon-, zorgcentrum op een gesloten afdeling met demente mensen. Dat is best heftig als je nog maar 15 jaar bent en nog nooit een dement mens van dichtbij hebt meegemaakt. En ook heel leerzaam. Het was goed om te horen, hoe ze het allemaal ervaren had!
Na de koffie reden Willem en ik nog even naar de molen om mijn bestelling voor de shop op te halen en daarna naar Willem z´n moeder om haar kous uit te trekken. En zo is ook deze dag weer omgevlogen. Wat was het een fijne nazomerdag, vol afwisseling.
Posts tonen met het label recepten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label recepten. Alle posts tonen
woensdag 23 augustus 2017
donderdag 27 juli 2017
Zomervakantie 2017, dag 18; zuster Teunie en haar jamfabriekje
door
Teunie
Vandaag was ik eerst en vooral: zuster :-). En, ok, ik had maar één patiënt, maar heb mijn rol toch uiterst serieus genomen. Zuster (verpleegkundige durf ik niet te zeggen, want ik ben verre van kundig!) is niet iets wat me van nature goed af gaat. Ik moet er mijn best voor doen. Maar met een beetje goede wil, kom je een heel eind. Dus bevroeg ik mijn patiënt bij het ontwaken eerst uitgebreid naar de nacht en luisterde naar de pijntjes en de kwalen. Daarna trok ik haar elastische kous (tegen trombose) aan en zorgde voor haar ontbijtje. Moe was jammer genoeg erg misselijk vanmorgen. Maar een beschuitje ging er wel in. En ook het glaasje vers geperste sinaasappelsap. Daarna natuurlijk het was- en aankleedritueel. Alles kon en mocht op het gemakje. Intussen deed ik honderdenéén dingetjes tussendoor. Door de raar verlopen dag van gisteren lag er een aardig prakje werk op me te wachten.
Alles kwam goed. Moe zat om 10 uur aangekleed in haar stoel. Klaar om bezoek te ontvangen. Het eerste bezoek bracht een heerlijke slagroomschnitte van de bakker mee. Lekker! Gezellig! En het volgende bezoek zeulde een enorme doos sinaasappelen mee. Wat een rijkdom.
Moe kreeg aan het eind van de morgen een gezellig bordje met fruit. ¨Net of ik in mijn kraambed zit,¨ lachte ze :-).
Het bezoek zei steeds tegen me: ¨Kom er toch gezellig bij zitten!¨ Heel lief bedoeld, maar ik kan onmogelijk twee weken lang elke dag uitgebreid bij visite gaan zitten. En ze komen tenslotte voor moe.
Ik werkte stug door aan de was en de strijk.
Vanmiddag knapte schoonmama zienderogen op. Wat fijn! Ze kan er nu echt van genieten om vertroeteld en verwend te worden.
De post bracht een enorme fruitmand. Voor de patiënt en voor haar verzorgers :-). Wat lief!
Trijnie kwam ook even om het hoekje kijken en bracht een prachtig boeket voor oma mee. Daar kunnen we ook fijn met z´n allen van genieten!
Tussen de bedrijven door was ik druk met de webshop. Ik was vanmorgen om zes uur al muisstil naar m´n winkeltje geslopen om bestellingen in te pakken. De bestellingen van later op de dag maakte ik steeds tussendoor klaar. Er moesten gedroogde appelringen ingepakt worden.
En Maaike pakte kruiden voor me in en hielp met de zoveelste lading champignons voor in de droogoven. Aan het eind van de middag ging ze gezellig mee naar het postkantoor. Altijd leuker om dat samen te doen. En ook gemakkelijker natuurlijk, want het is een heel gesjouw.
We aten vanavond rundvlees met spercieboontjes, gekookte aardappels en vers gekookte appelmoes. Het was een genot om moe daarvan zo te zien smullen! Alleen beging ik volgens de kinderen een enorme fout. Ik had namelijk gezegd, dat ik rijstepap toe had. Dat was ook zo, maar het was geen zelfgemaakte, maar gekochte. Dat is dan ook iets wat ze nog nooit op hebben. En ze vonden het nergens naar smaken :-(. Dus heb ik beloofd om heel binnenkort zelf lekkere rijstepap te koken :-).
Vanavond na de koffie had ik het druk met de kroosjes (kleine pruimen), die nu echt verwerkt moesten worden. Ik maakte er jam van. Dit is mijn recept voor kroosjesjam:
Doe de kroosjes in een pan met een beetje water en kook ze zacht. Doe ze door de roerzeef. Weeg 2 1/2 kilo gezeefde kroosjes af en doe die in een pan. Voeg 1 eetlepel speculaaskruiden toe en 2 pakjes geleisuiker speciaal. Breng de massa aan de kook en laat het 1 minuut borrelen. Daarna kan de jam gloeiend heet in brandschone potjes.
Ik maakte maar liefst 43 potjes (ze komen binnenkort in de webshop) en ik kan nu even geen pruim meer zien. Ik had namelijk van de week ook al 31 potjes Opal pruimenjam gekookt!
Zuster Teunie (met d´r jamfabriekje) heeft de patiënt net lekker onder gestopt en gaat nu zelf ook haar ogen sluiten.
Alles kwam goed. Moe zat om 10 uur aangekleed in haar stoel. Klaar om bezoek te ontvangen. Het eerste bezoek bracht een heerlijke slagroomschnitte van de bakker mee. Lekker! Gezellig! En het volgende bezoek zeulde een enorme doos sinaasappelen mee. Wat een rijkdom.
Moe kreeg aan het eind van de morgen een gezellig bordje met fruit. ¨Net of ik in mijn kraambed zit,¨ lachte ze :-).
Het bezoek zei steeds tegen me: ¨Kom er toch gezellig bij zitten!¨ Heel lief bedoeld, maar ik kan onmogelijk twee weken lang elke dag uitgebreid bij visite gaan zitten. En ze komen tenslotte voor moe.
Ik werkte stug door aan de was en de strijk.
Vanmiddag knapte schoonmama zienderogen op. Wat fijn! Ze kan er nu echt van genieten om vertroeteld en verwend te worden.
De post bracht een enorme fruitmand. Voor de patiënt en voor haar verzorgers :-). Wat lief!
Trijnie kwam ook even om het hoekje kijken en bracht een prachtig boeket voor oma mee. Daar kunnen we ook fijn met z´n allen van genieten!
Tussen de bedrijven door was ik druk met de webshop. Ik was vanmorgen om zes uur al muisstil naar m´n winkeltje geslopen om bestellingen in te pakken. De bestellingen van later op de dag maakte ik steeds tussendoor klaar. Er moesten gedroogde appelringen ingepakt worden.
En Maaike pakte kruiden voor me in en hielp met de zoveelste lading champignons voor in de droogoven. Aan het eind van de middag ging ze gezellig mee naar het postkantoor. Altijd leuker om dat samen te doen. En ook gemakkelijker natuurlijk, want het is een heel gesjouw.
We aten vanavond rundvlees met spercieboontjes, gekookte aardappels en vers gekookte appelmoes. Het was een genot om moe daarvan zo te zien smullen! Alleen beging ik volgens de kinderen een enorme fout. Ik had namelijk gezegd, dat ik rijstepap toe had. Dat was ook zo, maar het was geen zelfgemaakte, maar gekochte. Dat is dan ook iets wat ze nog nooit op hebben. En ze vonden het nergens naar smaken :-(. Dus heb ik beloofd om heel binnenkort zelf lekkere rijstepap te koken :-).
Vanavond na de koffie had ik het druk met de kroosjes (kleine pruimen), die nu echt verwerkt moesten worden. Ik maakte er jam van. Dit is mijn recept voor kroosjesjam:
Doe de kroosjes in een pan met een beetje water en kook ze zacht. Doe ze door de roerzeef. Weeg 2 1/2 kilo gezeefde kroosjes af en doe die in een pan. Voeg 1 eetlepel speculaaskruiden toe en 2 pakjes geleisuiker speciaal. Breng de massa aan de kook en laat het 1 minuut borrelen. Daarna kan de jam gloeiend heet in brandschone potjes.
Ik maakte maar liefst 43 potjes (ze komen binnenkort in de webshop) en ik kan nu even geen pruim meer zien. Ik had namelijk van de week ook al 31 potjes Opal pruimenjam gekookt!
Zuster Teunie (met d´r jamfabriekje) heeft de patiënt net lekker onder gestopt en gaat nu zelf ook haar ogen sluiten.
zaterdag 15 oktober 2016
Strakke planning en het beloofde recept voor roggebrood
door
Teunie
Mijn planning stond deze week behoorlijk strak. Voor het eerst sinds ik workshops geef, deed ik dat op twee dagen in plaats van op één. Er was een workshop op woensdag en één op vrijdag. Het was stevig aanpoten, maar toen de dames gisterenochtend rond kwart over 9 arriveerden stond alles klaar. Er was brood gebakken,
de was hing op (niet dat dat iets met de workshop van doen had, maar het was wel fijn ;-)) , er was brownie voor bij de koffie.
We konden aan de slag!
Ik werd verwend met een prachtig boeketje bloemen, wat nu gezellig op de salontafel staat. En iemand anders bracht lekkere zelfgemaakte siroopjes mee. Leuk is dat: je merkt vaak dat de vrouwen helemaal naar de workshop hebben uitgekeken.
Mijn missie is geslaagd, als ze na een paar uur vol inspiratie en zelfvertrouwen weggaan, om thuis ook heerlijk, eerlijk, voordelig, voedzaam brood te gaan bakken.
Meestal doe ik op de workshop ook voor, hoe je een vlechtbrood maakt. Met een klein beetje meer inspanning, maak je van een gewoon brood iets speciaals. Leuk om weg te geven. Dat gebeurde dan ook met het brood, wat ik gisteren maakte. Dat ging naar m´n jarige schoonzus :-).
Ik blijk trouwens prima te gedijen op een strakke planning. Op de één of andere manier lukt alles me beter als ik de touwtje strak in handen moet houden. Willem was tenminste gisterenmiddag aangenaam verrast, toen hij uit z´n werk thuiskwam. Het was voor mijn doen erg netjes :-). Kennelijk zijn er meer mannen, die van hun (thuisblijf)vrouwen verwachten, dat het spic en span is, als ze uit hun werk komen. M´n schoondochter appte deze week deze hilarische afbeelding door:
Maar goed. Het is dus goed gekomen met die workshops en het opruimen enzo. Vandaag staat de planning opnieuw strak, omdat we eerst Henk z´n kinderfeestje geven en meteen daarna naar een jarig nichtje gaan. En als kers op de taart staat er een psalmzangavond op het programma.
Eén van de deelnemers aan de workshop van gisteren vroeg, of ik op deze blog mijn recept voor roggebrood wilde delen. Dat had ik immers ooit beloofd. Dat is waar! Ik heb het voor de grap nagekeken: ik beloofde dat al in april! Hoog tijd dus om die belofte in te wisselen. Ik heb dit recept inmiddels een keer voor de kookrubriek van Terdege gemaakt. Ik haal het recept en de foto´s dus uit mijn archief en laat het hieronder volgen.
Iedereen een fijne dag vandaag!
Roggebrood
Ingrediënten:
500 gram volkoren roggemeel
225 ml water
3 el appelstroop
10 gr zout
100 gram gedroogde cranberry´s
50 gram pompoenpitten
eventueel: gebroken lijnzaad
Breng het water aan de kook. Roer met een garde de appelstroop en het zout erdoor. Doe het roggemeel in een kom en giet er het water/appelstroopmengsel bij. Roer het met een lepel wat door elkaar. Doe de cranberry´s en pompoenpitten erbij en kneed alles tot een compacte bal. Als het deeg te nat is, doe er dan wat meel bij. Valt de bal door droogte uiteen, doe er dan wat water bij.
Vorm de bal tot een rol. Het deeg voor uw roggebrood is nu klaar, maar u kunt de rol ook nog door bijvoorbeeld gebroken lijnzaad rollen. Bevochtig hiervoor de deegrol met water. Strooi royaal lijnzaad op uw werkblad en rol het deeg er doorheen.
Breng een grote pan water aan de kook. Knoop de deegrol in een schone theedoek en doe hem in de pan. Houd het water tegen de kook aan en kook het brood in ongeveer drie uur gaar. Laat het brood afkoelen en snijd het in dunne plakjes.
de ingrediënten |
In kokend water |
Bijschrift toevoegen |
Roggemeel haal je bij de molen, bij een goed gesorteerde supermarkt, of online, bijvoorbeeld in mijn webshop.
vrijdag 7 oktober 2016
Receptje
door
Teunie
Op verzoek mijn simpele receptje voor paddenstoelenragout.
De mensen die alles het liefst op de gram en de mililiter nauwkeurig afmeten, moet ik helaas teleurstellen. Mijn ragoutreceptje is namelijk meer iets uit de losse pols. Mede daarom super simpel. Gewoon doen dus :-).
Benodigheden:
1 ui, gesnipperd
1 bakje paddenstoelen*, schoongemaakt en in plakjes
peper & zout
scheutje olijfolie
kluitje roomboter (zo´n beetje 50 gram)
bloem (ook zo´n beetje 50 gram)
ongeveer een liter bouillon (mag van een tablet zijn)
hand peterselie
*neem de paddenstoelen die je lekker vindt. Ik nam een schaaltje gemengde.
Verhit de olijfolie en bak hierin op matig vuur de ui glazig. Voeg de paddenstoelen toe en wat peper en zout (niet te veel!) naar smaak. Bak alles een minuut of 10.
Maak intussen de roux: verwarm de boter, maar zorg ervoor, dat die niet bruin wordt. Voeg de bloem toe. De hoeveelheden zijn goed, als de bloem volledig door de boter wordt opgenomen. Laat de bloem even zachtjes garen en voeg dan scheut na scheut de bouillon toe. Blijf steeds krachtig roeren met een garde, zodat er geen klontjes ontstaan. Voeg net zolang bouillon toe, tot de roux de dikte heeft van een dikke saus.
Schep de gebakken paddenstoelen met ui met een schuimspaan uit de pan en roer ze door de roux. Maak de ragout af met verse peterselie.
Dit is een basisrecept. Met stukjes kip of restjes (soep)vlees maak je kippen- of vleesragout. Heb je geen peterselie? Laat het gewoon weg, of vervang het door bijvoorbeeld bieslook.
De mensen die alles het liefst op de gram en de mililiter nauwkeurig afmeten, moet ik helaas teleurstellen. Mijn ragoutreceptje is namelijk meer iets uit de losse pols. Mede daarom super simpel. Gewoon doen dus :-).
Benodigheden:
1 ui, gesnipperd
1 bakje paddenstoelen*, schoongemaakt en in plakjes
peper & zout
scheutje olijfolie
kluitje roomboter (zo´n beetje 50 gram)
bloem (ook zo´n beetje 50 gram)
ongeveer een liter bouillon (mag van een tablet zijn)
hand peterselie
*neem de paddenstoelen die je lekker vindt. Ik nam een schaaltje gemengde.
Verhit de olijfolie en bak hierin op matig vuur de ui glazig. Voeg de paddenstoelen toe en wat peper en zout (niet te veel!) naar smaak. Bak alles een minuut of 10.
Maak intussen de roux: verwarm de boter, maar zorg ervoor, dat die niet bruin wordt. Voeg de bloem toe. De hoeveelheden zijn goed, als de bloem volledig door de boter wordt opgenomen. Laat de bloem even zachtjes garen en voeg dan scheut na scheut de bouillon toe. Blijf steeds krachtig roeren met een garde, zodat er geen klontjes ontstaan. Voeg net zolang bouillon toe, tot de roux de dikte heeft van een dikke saus.
Schep de gebakken paddenstoelen met ui met een schuimspaan uit de pan en roer ze door de roux. Maak de ragout af met verse peterselie.
Dit is een basisrecept. Met stukjes kip of restjes (soep)vlees maak je kippen- of vleesragout. Heb je geen peterselie? Laat het gewoon weg, of vervang het door bijvoorbeeld bieslook.
woensdag 11 februari 2015
Bijbloggen en koekjes bakken
door
Teunie
Bijbloggen. Zou dat een woord zijn? Zoiets als bijpraten, maar dan op je blog? Nou, bij deze is het een woord :-)
De ziekenboeg is hier gelukkig nagenoeg weer leeg. Ik had vandaag alleen Dirk en Leendert nog ziek thuis en die zijn aan de beterende hand. Hopelijk hebben we het dan weer even gehad, wat zieken betreft.
Zelf ben ik weer helemaal op de been, zij het, dat het wèl een pijnlijk been is. Au! Aderontsteking doet gemeen zeer. Ik ben er nog niet vanaf. Maar goed. Ik kan er gewoon mee werken en hopelijk gaat het verder vanzelf over.
Gisteren was ik een poosje juf. Ik gaf een gastles over bijen houden aan groep 6 van de Petrus van de Veldenschool in Nieuw-Lekkerland. Het was heel leuk om te doen. Om kwart voor 11, direct na de pauze, werd ik op school verwacht. De dag ervoor had de meester al heel veel imkerspullen bij me opgehaald. Dat was fijn, want dan hoefde ik daar lekker niet meer mee te slepen. Gelukkig had ik één van m'n imkerpakken nog niet meegegeven. Dat kon ik nu mooi aantrekken om in vol ornaat op de school te verschijnen. Ik had m'n pak aangetrokken, maar de hoed in de auto naar beneden gehouden. Die zette ik pas op, toen ik bij de school aankwam. Al snel werd ik gesignaleerd: ¨Oh, kijk, een imker.¨ ¨Ja, die komt bij óns in de klas.¨ enzovoorts.
Het was een erg gezellige bijenles, met kinderen die vol vragen zaten. Hoe leuk is dat! Ik heb ze van alles verteld over hoe een bijenvolk georganiseerd is en hoe je ze moet houden. Wat het nut van bijen is. Honing natuurlijk. Dat wisten ze wel. Maar ... bestuiving? Oeps, daar hadden ze niet zo over nagedacht. Dus daar ook nog een prevelementje over gehouden :-). Ik liet een dode bij langsgaan, die ze eens goed konden bestuderen. Jammer dat ik geen eigen honing meer had, anders hadden ze allemaal eens mogen proeven. De les vloog om. Het was twaalf uur voordat ik er erg in had. Nog een allerlaatste vraag dan: ¨Verdient u er ook mee?¨ ¨Nee, niet echt. Imkeren is meer een hobby.¨ ¨Maar je kunt toch honing verkopen?¨ ¨Zéker, maar je moet ook weer dingen aanschaffen. Je verdient eigenlijk niets.¨ ¨Oh. Maar wat bent u dan?¨ (Of: waar verdient u dan uw geld mee?). ¨Nou, ik ben gewoon huisvrouw. En schrijfster.¨ ¨O¨. Daar moest nog eens over nagedacht worden, geloof ik. De kinderen dachten warempel dat ik fulltime imker was en er flink mee verdiende :-)).
En vanmorgen gaf ik alwéér les. Broodbakles. Gewoon gezellig thuis, aan negen vrouwen uit alle hoeken van het land. En weer kreeg ik heel veel vragen. Maar niet, of ik er ook aan verdien, aan dat brood bakken :-). Vanavond al kwam er een enthousiaste mail met foto's van iemands eerste zelfgebakken brood. Geweldig. Daar word ik altijd heel blij van :-).
Vroeger wilde ik altijd juf worden. Nu ben ik het af en toe voor de hobby. Leuk hoor!
Brood bakken is iets wat gewoon in m'n systeem zit. Ik hoef er niet over na te denken en het kost me nauwelijks moeite of tijd. Met koekjes bakken is dat anders. Op de één of andere manier vind ik dat niet belangrijk genoeg, denk ik. Het is ook zo, dat we echt niet altijd iets bij de koffie hebben. En als we wél iets hebben, is dat ook gerust een Mariakaakje of een sneetje ontbijtkoek. Maar als ik visite verwacht wil ik graag iets presenteren. Dat hoeft niet altijd iets groots, vets, calorierijks te zijn. Een lekker zelfgebakken koekje is wél zo gezellig. Ik heb er twee standaard recepten voor. Het ene recept waart al jaren en jaren op internet rond als 'Teunie's koekjes'. Grappig is dat. Al in 2008 heb ik het recept hier gepost. Misschien wel handig om het eens te herhalen:
Kneed koekjesdeeg van 300 gram bloem, 150 gram basterdsuiker, een snuf zout en 225 gram margarine. Deel het deeg in 2 delen en maak van elk deel een rol. Snijdt de rol in plakjes van ongeveer een halve centimeter. Leg de plakjes op een beboterde bakplaat in de warme oven (170 graden) en bak ze in ongeveer 17 minuten gaar. Haal de koekjes met behulp van bijvoorbeeld een pannenkoeksmes voorzichtig van de bakplaat en schuif ze op een dienblad. Laat afkoelen. Als je liever bakpapier gebruikt, kan je de koekjes daarop laten afkoelen.
Variaties:
*Vervang (een deel van) de margarine door roomboter voor heerlijke roomboter koekjes.
*Leg op ieder deegplakje een lepeltje jam, of een amandel, of een geconfijte kers o.i.d.
*Rol het deeg uit en steek er met een koekjessteker leuke vormpjes uit.
*Laat de kinderen leuke koekjes vormen. Dit is ook erg geschikt voor een verjaardagsfeestje. Hans heeft ooit eens letterkoekjes gevormd en daarvan de letters B E D A N K T gebakken. Dat gaf hij aan z'n juf aan het einde van het schooljaar en dat was echt een succes.
*Dinsdag maakte ik de volgende variatie: ik woog stukjes koekdeeg af van circa 18 gram. Ik draaide er balletjes van, die ik een beetje plat drukte. Daarna duwde ik de deegstukjes in de nougatine of in de hagelslag. Erg lekker!
*Laat je fantasie de vrije loop ;-)

Een ander basisrecept postte ik in 2011. Het is een oud bakkersrecept. De koekjes die je ermee bakt zijn verrukkelijk bros.
Ook dit recept laat ik nog maar eens volgen. Kun je kiezen ;-)
400 gram zelfrijzend bakmeel
200 gram roomboter
100 gram margarine
200 gram witte basterdsuiker
1 zakje (of een eetlepel) vanillesuiker
1/2 zakje (of twee theelepels) bakpoeder
1 snufje zout
Kneed de ingrediënten tot een bal. Maak er rollen van en snijd daar plakjes van. Of, als je meer tijd hebt, rol het deeg uit tot een lap en steek er met een koeksteker koekjes uit. Leg de koekjes op een bakplaat en bak ze in ongeveer 15 minuten op 180 graden (heteluchtoven 160 graden) gaar en bruin.
De hoeveelheid deeg is best groot. Je kunt natuurlijk de hoeveelheid halveren, óf maar een deel van het deeg bakken en de rest (goed verpakt) in de koelkast bewaren tot een volgende bakronde.
Ik bakte van dit basisdeeg vier soorten koekjes. Eén deel werd gewone rechttoe, rechtaan koekjes. Eén deel kreeg er een amandel ingedrukt. Eén deel werd bestrooid met een mengseltje van suiker en kaneel. En van het laatste deel maakte ik dubbele koekjes met jam ertussen.`

Laatst bakte ik koekjes met een pakje van Albert Heijn. Dat was nog over uit een kerstpakket. Een oplossing voor mensen die geen zin hebben om eerst van alles af te wegen. Omdat ik visite verwachtte besteedde ik even wat meer tijd aan de koekjes, door sterren uit het deeg te steken in plaats van snel rondjes van een deegrol te snijden. En om het geheel nog wat op te leuken kwastte ik er roze glazuur over.
Toch eigenlijk best een gezellig werkje, koekjes bakken. Waarom gun ik me daar eigenlijk zo weinig tijd voor?
De ziekenboeg is hier gelukkig nagenoeg weer leeg. Ik had vandaag alleen Dirk en Leendert nog ziek thuis en die zijn aan de beterende hand. Hopelijk hebben we het dan weer even gehad, wat zieken betreft.
Zelf ben ik weer helemaal op de been, zij het, dat het wèl een pijnlijk been is. Au! Aderontsteking doet gemeen zeer. Ik ben er nog niet vanaf. Maar goed. Ik kan er gewoon mee werken en hopelijk gaat het verder vanzelf over.
Gisteren was ik een poosje juf. Ik gaf een gastles over bijen houden aan groep 6 van de Petrus van de Veldenschool in Nieuw-Lekkerland. Het was heel leuk om te doen. Om kwart voor 11, direct na de pauze, werd ik op school verwacht. De dag ervoor had de meester al heel veel imkerspullen bij me opgehaald. Dat was fijn, want dan hoefde ik daar lekker niet meer mee te slepen. Gelukkig had ik één van m'n imkerpakken nog niet meegegeven. Dat kon ik nu mooi aantrekken om in vol ornaat op de school te verschijnen. Ik had m'n pak aangetrokken, maar de hoed in de auto naar beneden gehouden. Die zette ik pas op, toen ik bij de school aankwam. Al snel werd ik gesignaleerd: ¨Oh, kijk, een imker.¨ ¨Ja, die komt bij óns in de klas.¨ enzovoorts.
Het was een erg gezellige bijenles, met kinderen die vol vragen zaten. Hoe leuk is dat! Ik heb ze van alles verteld over hoe een bijenvolk georganiseerd is en hoe je ze moet houden. Wat het nut van bijen is. Honing natuurlijk. Dat wisten ze wel. Maar ... bestuiving? Oeps, daar hadden ze niet zo over nagedacht. Dus daar ook nog een prevelementje over gehouden :-). Ik liet een dode bij langsgaan, die ze eens goed konden bestuderen. Jammer dat ik geen eigen honing meer had, anders hadden ze allemaal eens mogen proeven. De les vloog om. Het was twaalf uur voordat ik er erg in had. Nog een allerlaatste vraag dan: ¨Verdient u er ook mee?¨ ¨Nee, niet echt. Imkeren is meer een hobby.¨ ¨Maar je kunt toch honing verkopen?¨ ¨Zéker, maar je moet ook weer dingen aanschaffen. Je verdient eigenlijk niets.¨ ¨Oh. Maar wat bent u dan?¨ (Of: waar verdient u dan uw geld mee?). ¨Nou, ik ben gewoon huisvrouw. En schrijfster.¨ ¨O¨. Daar moest nog eens over nagedacht worden, geloof ik. De kinderen dachten warempel dat ik fulltime imker was en er flink mee verdiende :-)).
En vanmorgen gaf ik alwéér les. Broodbakles. Gewoon gezellig thuis, aan negen vrouwen uit alle hoeken van het land. En weer kreeg ik heel veel vragen. Maar niet, of ik er ook aan verdien, aan dat brood bakken :-). Vanavond al kwam er een enthousiaste mail met foto's van iemands eerste zelfgebakken brood. Geweldig. Daar word ik altijd heel blij van :-).
Vroeger wilde ik altijd juf worden. Nu ben ik het af en toe voor de hobby. Leuk hoor!
Brood bakken is iets wat gewoon in m'n systeem zit. Ik hoef er niet over na te denken en het kost me nauwelijks moeite of tijd. Met koekjes bakken is dat anders. Op de één of andere manier vind ik dat niet belangrijk genoeg, denk ik. Het is ook zo, dat we echt niet altijd iets bij de koffie hebben. En als we wél iets hebben, is dat ook gerust een Mariakaakje of een sneetje ontbijtkoek. Maar als ik visite verwacht wil ik graag iets presenteren. Dat hoeft niet altijd iets groots, vets, calorierijks te zijn. Een lekker zelfgebakken koekje is wél zo gezellig. Ik heb er twee standaard recepten voor. Het ene recept waart al jaren en jaren op internet rond als 'Teunie's koekjes'. Grappig is dat. Al in 2008 heb ik het recept hier gepost. Misschien wel handig om het eens te herhalen:
Kneed koekjesdeeg van 300 gram bloem, 150 gram basterdsuiker, een snuf zout en 225 gram margarine. Deel het deeg in 2 delen en maak van elk deel een rol. Snijdt de rol in plakjes van ongeveer een halve centimeter. Leg de plakjes op een beboterde bakplaat in de warme oven (170 graden) en bak ze in ongeveer 17 minuten gaar. Haal de koekjes met behulp van bijvoorbeeld een pannenkoeksmes voorzichtig van de bakplaat en schuif ze op een dienblad. Laat afkoelen. Als je liever bakpapier gebruikt, kan je de koekjes daarop laten afkoelen.
Variaties:
*Vervang (een deel van) de margarine door roomboter voor heerlijke roomboter koekjes.
*Leg op ieder deegplakje een lepeltje jam, of een amandel, of een geconfijte kers o.i.d.
*Rol het deeg uit en steek er met een koekjessteker leuke vormpjes uit.
*Laat de kinderen leuke koekjes vormen. Dit is ook erg geschikt voor een verjaardagsfeestje. Hans heeft ooit eens letterkoekjes gevormd en daarvan de letters B E D A N K T gebakken. Dat gaf hij aan z'n juf aan het einde van het schooljaar en dat was echt een succes.
*Dinsdag maakte ik de volgende variatie: ik woog stukjes koekdeeg af van circa 18 gram. Ik draaide er balletjes van, die ik een beetje plat drukte. Daarna duwde ik de deegstukjes in de nougatine of in de hagelslag. Erg lekker!
*Laat je fantasie de vrije loop ;-)
Een ander basisrecept postte ik in 2011. Het is een oud bakkersrecept. De koekjes die je ermee bakt zijn verrukkelijk bros.
Ook dit recept laat ik nog maar eens volgen. Kun je kiezen ;-)
400 gram zelfrijzend bakmeel
200 gram roomboter
100 gram margarine
200 gram witte basterdsuiker
1 zakje (of een eetlepel) vanillesuiker
1/2 zakje (of twee theelepels) bakpoeder
1 snufje zout
Kneed de ingrediënten tot een bal. Maak er rollen van en snijd daar plakjes van. Of, als je meer tijd hebt, rol het deeg uit tot een lap en steek er met een koeksteker koekjes uit. Leg de koekjes op een bakplaat en bak ze in ongeveer 15 minuten op 180 graden (heteluchtoven 160 graden) gaar en bruin.
De hoeveelheid deeg is best groot. Je kunt natuurlijk de hoeveelheid halveren, óf maar een deel van het deeg bakken en de rest (goed verpakt) in de koelkast bewaren tot een volgende bakronde.
Ik bakte van dit basisdeeg vier soorten koekjes. Eén deel werd gewone rechttoe, rechtaan koekjes. Eén deel kreeg er een amandel ingedrukt. Eén deel werd bestrooid met een mengseltje van suiker en kaneel. En van het laatste deel maakte ik dubbele koekjes met jam ertussen.`
Toch eigenlijk best een gezellig werkje, koekjes bakken. Waarom gun ik me daar eigenlijk zo weinig tijd voor?
woensdag 7 januari 2015
Doe maar duur!
door
Teunie
Hoewel ik de meeste nachten kort maar krachtig slaap, was het de afgelopen nacht weliswaar kort, maar niet krachtig. Op de één of andere manier spookte mijn werk door mijn hoofd. Iets waar ik gelukkig niet vaak last van heb. Want wijzer word je er echt niet van, van dat nachtelijk gespook.
Ik moest vandaag weer een aflevering voor de kookrubriek van familieblad Terdege inleveren. Het werken aan zo'n aflevering bestaat uit verschillende fases.
Eerst is er de fase van het bedenken wat je gaat koken. Dat moet aan bepaalde eisen voldoen. Ik mag niet bijvoorbeeld drie keer achter elkaar een hoofdgerecht doen, maar moet zorgen voor afwisseling tussen hoofd-, na-, voorgerecht en tussendoortjes. Verder moet het natuurlijk passen in het seizoen waarin het gepubliceerd wordt. En als er een bepaald themanummer is, is het extra leuk als het recept daarop aansluit. Soms borrelt het idee zonder enige moeite gewoon op. Dat is dan een kadootje. Meestal moet ik verzinnen. ¨Wat zal ik nu weer eens voor Terdege gaan koken?¨ vraag ik dan zoal eens hardop, in de hoop dat iemand een lumineus idee heeft. Helaas. Ik moet het meestentijds zelf maar bekijken ;-). Dolblij ben ik als ik dan eindelijk iets bedacht heb wat helemaal klopt. In de afwisseling, bij het seizoen, in mijn hoofd. Helemaal.
De volgende fase is: uitdenken hóe ik het ga klaarmaken. Vaak hoort daar ook een keer proefkoken of proefbakken bij. Het gezin is dan proefkonijn en bij het proeven ontstaan er vaak nog wijzigingen: een beetje meer of andere kruiden gebruiken, korter of langer koken of bakken enzovoorts. Uiteraard moet ik er dan ook voor zorgen dat de benodigde ingrediënten in huis zijn. Vaak kook of bak ik met producten die ik al in huis heb. Maar soms moet ik voor een aanvulling naar de winkel.
De derde fase is: het uitdenken hoe ik het gerecht ga fotograferen. Welk serviesgoed en welke accessoires ga ik daarvoor gebruiken? Vaak kan ik wel iets uit de kast trekken. Maar ik mag natuurlijk niet steeds hetzelfde servies gebruiken. En dus moet ik de laatste tijd, nu ik al meer dan een jaar de rubriek verzorg, steeds vaker iets in de winkel kopen. Een bord, een soepkom, een placemat, noem maar op. Ik bedenk dan eerst in welke kleur ik het servies wil hebben. En of het nostalgisch, strak, neutraal of nog weer anders moet zijn. En dan ga ik naar de winkel om het benodigde aan te schaffen.
De vierde fase is: het koken of bakken van m'n bedenksel 'in het echie'. En daar hoort dan meteen ook het fotograferen bij. Lopende het proces en natuurlijk ook van het eindresultaat.
De vijfde en laatste fase is: het uitschrijven van het recept, het schrijven van de column en het schrijven van tips. Die schrijverij moet aan bepaalde eisen voldoen. Voor het recept heb ik 209 woorden, voor de column 170 en voor de tips 37. Geloof me, dat is soms een heel gegoochel!
Vannacht spookte dus het werk door mijn hoofd. Fase 1 was achter de rug (gelukkig!). Het zou iets gaan worden met cacao.
Fase twee was in dit geval niet aan de orde. Maar ik strandde bij fase drie: hoe zou ik het gaan fotograferen? Kon ik toe met servies en accessoires in huis, of zou ik er nog voor naar de winkel moeten? En wanneer zou ik dan gaan? Direct om negen uur maar. Dan kon ik om 10 uur met het klaarmaken beginnen. En zo was ik er maar mee bezig...Pfff. Ik maakte gewoon overuren, zeg!
Een beetje brak stuntelde ik vanmorgen mń bed uit. En het eerste wat ik deed was: kijken of het serviesgoed en de accessoires, die ik bedacht had, écht bij elkaar zouden passen. Gelukkig! Het paste perfect. Ik hoefde dus niet naar de winkel.
Ik begon met m'n gewone dagprogramma en toen dat was afgewerkt en het inmiddels half 10 was, begon ik aan m'n Terdegewerk. ¨Fluitje van een cent,¨ dacht ik. Mis! Het lukte allemaal prima, behalve het fotograferen. Ik was totaal niet tevreden met m'n foto's. Anderhalf uur heb ik lopen zwoegen en zweten en veranderen. Niets hielp. De foto's waren donker. Er moest vast iets aan de instelling van m'n camera veranderd zijn. Ik belde Willem. Maar die wist het ook niet zo één, twee, drie. Hij belde even later terug: ¨Mail eens zo'n foto door, dan kijken we er hier even naar.¨ Hij heeft namelijk verschillende collega's, die fotografie als hobby hebben. Ik mailde en al snel kreeg ik een mailtje terug: ¨Ik zie niets bijzonders. Die foto's zijn gewoon goed.¨ Ik snapte er helemaal niets van. Hoe kon je zulke donkere foto's nu goed vinden? Ik tobde nog even door, totdat Dirk naar beneden kwam en ik hem deelgenoot van mijn probleem wilde maken. En terwijl ik hem liet zien hoe lelijk m'n foto's waren, viel ineens het kwartje: M'n beeldscherm stond donker!!! Nou jaaaaa, zeg!! Het probleem was meteen opgelost. De foto's waren gewoon goed. In een sneltreinvaart maakte ik nu de hele rubriek in orde. Inclusief de schrijverij. Precies om half 1 was ik klaar. Hè, hè, dat kindje is ook weer geboren...
Al met al klopte m'n planning natuurlijk voor geen meter meer. Ik sjeesde heen en weer naar school om daar de wekelijkse emmer verse boerenmelk af te halen, bakte voor de thuis-lunchende kinderen tosti's om van m'n oude brood af te komen en sprong opnieuw achter m'n aanrecht. Ik zou namelijk om half 3 door Willem opgehaald worden om met één van de kinderen op gesprek te gaan bij een 'peut'. Ik zou dan zorgen dat het eten voor 's avonds klaarstond, want wij drieën zouden op de terugweg een patatje eten, terwijl hier 7 personen de door mij klaargemaakte maaltijd zouden verorberen.
Ik ben nog steeds hard bezig om mijn voorraden op de maken. Voor vandaag betekende dat, dat ik de asperges zou verwerken. Asperges? In januari? Ja, erg hè. Uit Peru, als ik me niet vergis. Ik had ze vorige week maandag voor een prikje van de groentenman gekregen. Twee kilo asperges voor maar 3 euro. Het 'probleem' was, dat de bosjes asperges gevallen en de meesten gebroken waren. Probleem? Welnee! De hele asperges had ik er al secuur uitgevist en daar hebben we zondag van gesmuld. De gebroken exemplaren stonden in een Tupperware schaal te wachten tot vandaag. Ik maakte er een heerlijke, dikke maaltijdsoep van. Aspergesoep met...gerookte zalm! Toe maar. Doe maar duur!! Die zalm was over van de Nieuwjaarbijeenkomst van mijn familie en was dankbaar door Willem mee naar huis genomen. En vandaag lekkerde het de soep op :-). Samen met de laatste (geroosterde) oude boterhammen en met een mandarijn toe was het weer een vorstelijke maaltijd.
Receptje? Kook de aspergestukken in water met zout of een bouillonblokje gaar. Neem er wat mooie stukken uit (ik nam wat puntjes, die zijn het lekkerst) en houd die apart. Doe de rest door de roerzeef of zet er de staafmixer in. Maak een roux van gelijke delen margarine en bloem. Ik denk dat ik van elk zo'n beetje 50 gram had, maar ik weeg het nooit. Zodra de margarine gesmolten en de bloem erdoor geroerd is doe je scheut voor scheut de gladde aspergebouillon erdoor, terwijl je met een garde krachtig roert. Er mogen geen klontjes komen. Daarna gaan de aspergestukjes en de zalmsnippers erbij. Even proeven of er nog iets bij moet: zout? peper? beetje nootmuskaat? Klaar!
Vanavond stond het was- en strijkprogramma weer op me te wachten. Een never ending story...
En nu eerst maar eens kijken of het nachtje behalve kort, óók krachtig wordt :-).
Ik moest vandaag weer een aflevering voor de kookrubriek van familieblad Terdege inleveren. Het werken aan zo'n aflevering bestaat uit verschillende fases.
Eerst is er de fase van het bedenken wat je gaat koken. Dat moet aan bepaalde eisen voldoen. Ik mag niet bijvoorbeeld drie keer achter elkaar een hoofdgerecht doen, maar moet zorgen voor afwisseling tussen hoofd-, na-, voorgerecht en tussendoortjes. Verder moet het natuurlijk passen in het seizoen waarin het gepubliceerd wordt. En als er een bepaald themanummer is, is het extra leuk als het recept daarop aansluit. Soms borrelt het idee zonder enige moeite gewoon op. Dat is dan een kadootje. Meestal moet ik verzinnen. ¨Wat zal ik nu weer eens voor Terdege gaan koken?¨ vraag ik dan zoal eens hardop, in de hoop dat iemand een lumineus idee heeft. Helaas. Ik moet het meestentijds zelf maar bekijken ;-). Dolblij ben ik als ik dan eindelijk iets bedacht heb wat helemaal klopt. In de afwisseling, bij het seizoen, in mijn hoofd. Helemaal.
De volgende fase is: uitdenken hóe ik het ga klaarmaken. Vaak hoort daar ook een keer proefkoken of proefbakken bij. Het gezin is dan proefkonijn en bij het proeven ontstaan er vaak nog wijzigingen: een beetje meer of andere kruiden gebruiken, korter of langer koken of bakken enzovoorts. Uiteraard moet ik er dan ook voor zorgen dat de benodigde ingrediënten in huis zijn. Vaak kook of bak ik met producten die ik al in huis heb. Maar soms moet ik voor een aanvulling naar de winkel.
De derde fase is: het uitdenken hoe ik het gerecht ga fotograferen. Welk serviesgoed en welke accessoires ga ik daarvoor gebruiken? Vaak kan ik wel iets uit de kast trekken. Maar ik mag natuurlijk niet steeds hetzelfde servies gebruiken. En dus moet ik de laatste tijd, nu ik al meer dan een jaar de rubriek verzorg, steeds vaker iets in de winkel kopen. Een bord, een soepkom, een placemat, noem maar op. Ik bedenk dan eerst in welke kleur ik het servies wil hebben. En of het nostalgisch, strak, neutraal of nog weer anders moet zijn. En dan ga ik naar de winkel om het benodigde aan te schaffen.
De vierde fase is: het koken of bakken van m'n bedenksel 'in het echie'. En daar hoort dan meteen ook het fotograferen bij. Lopende het proces en natuurlijk ook van het eindresultaat.
De vijfde en laatste fase is: het uitschrijven van het recept, het schrijven van de column en het schrijven van tips. Die schrijverij moet aan bepaalde eisen voldoen. Voor het recept heb ik 209 woorden, voor de column 170 en voor de tips 37. Geloof me, dat is soms een heel gegoochel!
Vannacht spookte dus het werk door mijn hoofd. Fase 1 was achter de rug (gelukkig!). Het zou iets gaan worden met cacao.
Fase twee was in dit geval niet aan de orde. Maar ik strandde bij fase drie: hoe zou ik het gaan fotograferen? Kon ik toe met servies en accessoires in huis, of zou ik er nog voor naar de winkel moeten? En wanneer zou ik dan gaan? Direct om negen uur maar. Dan kon ik om 10 uur met het klaarmaken beginnen. En zo was ik er maar mee bezig...Pfff. Ik maakte gewoon overuren, zeg!
Een beetje brak stuntelde ik vanmorgen mń bed uit. En het eerste wat ik deed was: kijken of het serviesgoed en de accessoires, die ik bedacht had, écht bij elkaar zouden passen. Gelukkig! Het paste perfect. Ik hoefde dus niet naar de winkel.
Ik begon met m'n gewone dagprogramma en toen dat was afgewerkt en het inmiddels half 10 was, begon ik aan m'n Terdegewerk. ¨Fluitje van een cent,¨ dacht ik. Mis! Het lukte allemaal prima, behalve het fotograferen. Ik was totaal niet tevreden met m'n foto's. Anderhalf uur heb ik lopen zwoegen en zweten en veranderen. Niets hielp. De foto's waren donker. Er moest vast iets aan de instelling van m'n camera veranderd zijn. Ik belde Willem. Maar die wist het ook niet zo één, twee, drie. Hij belde even later terug: ¨Mail eens zo'n foto door, dan kijken we er hier even naar.¨ Hij heeft namelijk verschillende collega's, die fotografie als hobby hebben. Ik mailde en al snel kreeg ik een mailtje terug: ¨Ik zie niets bijzonders. Die foto's zijn gewoon goed.¨ Ik snapte er helemaal niets van. Hoe kon je zulke donkere foto's nu goed vinden? Ik tobde nog even door, totdat Dirk naar beneden kwam en ik hem deelgenoot van mijn probleem wilde maken. En terwijl ik hem liet zien hoe lelijk m'n foto's waren, viel ineens het kwartje: M'n beeldscherm stond donker!!! Nou jaaaaa, zeg!! Het probleem was meteen opgelost. De foto's waren gewoon goed. In een sneltreinvaart maakte ik nu de hele rubriek in orde. Inclusief de schrijverij. Precies om half 1 was ik klaar. Hè, hè, dat kindje is ook weer geboren...
Al met al klopte m'n planning natuurlijk voor geen meter meer. Ik sjeesde heen en weer naar school om daar de wekelijkse emmer verse boerenmelk af te halen, bakte voor de thuis-lunchende kinderen tosti's om van m'n oude brood af te komen en sprong opnieuw achter m'n aanrecht. Ik zou namelijk om half 3 door Willem opgehaald worden om met één van de kinderen op gesprek te gaan bij een 'peut'. Ik zou dan zorgen dat het eten voor 's avonds klaarstond, want wij drieën zouden op de terugweg een patatje eten, terwijl hier 7 personen de door mij klaargemaakte maaltijd zouden verorberen.
Ik ben nog steeds hard bezig om mijn voorraden op de maken. Voor vandaag betekende dat, dat ik de asperges zou verwerken. Asperges? In januari? Ja, erg hè. Uit Peru, als ik me niet vergis. Ik had ze vorige week maandag voor een prikje van de groentenman gekregen. Twee kilo asperges voor maar 3 euro. Het 'probleem' was, dat de bosjes asperges gevallen en de meesten gebroken waren. Probleem? Welnee! De hele asperges had ik er al secuur uitgevist en daar hebben we zondag van gesmuld. De gebroken exemplaren stonden in een Tupperware schaal te wachten tot vandaag. Ik maakte er een heerlijke, dikke maaltijdsoep van. Aspergesoep met...gerookte zalm! Toe maar. Doe maar duur!! Die zalm was over van de Nieuwjaarbijeenkomst van mijn familie en was dankbaar door Willem mee naar huis genomen. En vandaag lekkerde het de soep op :-). Samen met de laatste (geroosterde) oude boterhammen en met een mandarijn toe was het weer een vorstelijke maaltijd.
Receptje? Kook de aspergestukken in water met zout of een bouillonblokje gaar. Neem er wat mooie stukken uit (ik nam wat puntjes, die zijn het lekkerst) en houd die apart. Doe de rest door de roerzeef of zet er de staafmixer in. Maak een roux van gelijke delen margarine en bloem. Ik denk dat ik van elk zo'n beetje 50 gram had, maar ik weeg het nooit. Zodra de margarine gesmolten en de bloem erdoor geroerd is doe je scheut voor scheut de gladde aspergebouillon erdoor, terwijl je met een garde krachtig roert. Er mogen geen klontjes komen. Daarna gaan de aspergestukjes en de zalmsnippers erbij. Even proeven of er nog iets bij moet: zout? peper? beetje nootmuskaat? Klaar!
Vanavond stond het was- en strijkprogramma weer op me te wachten. Een never ending story...
En nu eerst maar eens kijken of het nachtje behalve kort, óók krachtig wordt :-).
donderdag 18 december 2014
De állerkleinste soepfabriek
door
Teunie
Misschien heb je ze weleens zien staan: de producten van De kleinste soepfabriek. Misschien heb je ze zelfs ook al wel eens geproefd. Lekkere soepen van een bedrijfje dat zo duurzaam mogelijk probeert te werken.
Wel, gisteren heb ik de ALLERkleinste soepfabriek opgericht :-)). Gewoon bij mij thuis. Ook om zo duurzaam mogelijk bezig te zijn. Om ervoor te zorgen dat kilo's en kilo's groenten niet in de kliko, maar in een lekker soepje zouden belanden.
Ik heb dus soep gekookt. Niet gewoon een pannetje. Ook niet een xl-pan (mijn grootste pan is 10 liter), maar een xxl-pan. Ik kookte namelijk soep in mijn weckketel, die een inhoud van 25 liter heeft. Ik kookte ongeveer 17 liter soep. Zes liter staat nu in de koelkast. Die is voor de komende dagen. Ik denk, dat ik er voor moet waken als ik nog wat soep voor zondagavond over zal willen hebben ;-). Zou dat niet lukken, dan is er nog geen man overboord, want 11 liter soep heb ik geweckt. Die staat nu in de kast. Zo voor de grijp, klaar voor gebruik.
Het was best een klus, maar ik voel me zo rijk als een koning!
Voordat ik begon, trok ik een krachtige bouillon van 3 stukken ossenstaart, water, zout en veel verse kruiden (die ik in de diepvriezer had). De bouillon stond lekker te trekken op de houtkachel en de kamer geurde. Dat kwam door de rozemarijn en de salie die meetrokken. Mmm!
Maandag had ik op de markt groenten-inkopen gedaan en er was het een en ander bij wat nodig verwerkt moest worden. Ik maakte een keuze en daarna maakte ik alles schoon en sneed het in stukjes. Dat resulteerde in schalen vol gesneden groenten, die óók al zo lekker geurden:
Paprika, tomaten, coctailtomaatjes, bosuitjes, een kilo champignons, bloemkool, broccoli, courgette en winterpeen. En van een pond gehakt draaide ik soepballetjes. Wat een kleurig gezicht!
's Avonds, na de koffie, ben ik gaan koken. Ik installeerde de weckketel en goot daar de bouillon (door een zeef) in. De weckketel ging op 100 graden. De schaal tomatenstukjes (van de gewone tomaten) kieperde ik in een pan met een laagje water. Ik stak er een paar laurierblaadjes in, knipte een hele gedroogde peper in stukjes erboven en deed er wat zout en peper bij. Ik bracht het zaakje aan de kook en liet het zachtjes pruttelen. Intussen ging ik aan het roerbakken in een grote braadpan. Steeds nam ik een groentensoort, roerbakte die een paar minuten in wat zonnebloemolie en deed het in de weckketel. De ketel werd voller en voller. Als laatste zette ik m'n grote roerzeef op de ketel en roerde daar de zachtgekookte tomaten door. Er ging nog bij: een half zakje vermicelli, een restje vlindermacaroni, de soepballetjes, de stukjes vlees van de ossenstaart, drie eetlepels zelfgemaakte bouillonpoeder, een paar liter water en dat was het, geloof ik.
De soep mocht nog een kwartiertje garen en intussen maakte ik 10 weckpotten schoon: 8 van 1 liter en 2 van 1 1/2 liter. Ik kookte de rubberen ringen uit en daarna kon de soep in de potten. Wat niet in de potten paste ging in een grote soeppan. De ketel moest helemaal leeg, want de soep in de potten moest nog geweck worden. Dat ging er meteen achteraan. Het werd een latertje. De weckerij was pas om kwart over 12 klaar. Maar daar staan ze dan toch: 10 potten heerlijke soep uit mijn eigen, allerkleinste soepfabriek! Rijk gevuld. Weliswaar met heel weinig vlees, maar dat doen we ook al vanwege het duurzame. Voor mij hoeft er al helemaal geen vlees in. Dat beetje is een tegemoetkoming aan de verstokte vleeseters hier ;-).
De soep is al gekeurd en goed bevonden. Mooi. Op naar het volgende project dan maar.
Wel, gisteren heb ik de ALLERkleinste soepfabriek opgericht :-)). Gewoon bij mij thuis. Ook om zo duurzaam mogelijk bezig te zijn. Om ervoor te zorgen dat kilo's en kilo's groenten niet in de kliko, maar in een lekker soepje zouden belanden.
Ik heb dus soep gekookt. Niet gewoon een pannetje. Ook niet een xl-pan (mijn grootste pan is 10 liter), maar een xxl-pan. Ik kookte namelijk soep in mijn weckketel, die een inhoud van 25 liter heeft. Ik kookte ongeveer 17 liter soep. Zes liter staat nu in de koelkast. Die is voor de komende dagen. Ik denk, dat ik er voor moet waken als ik nog wat soep voor zondagavond over zal willen hebben ;-). Zou dat niet lukken, dan is er nog geen man overboord, want 11 liter soep heb ik geweckt. Die staat nu in de kast. Zo voor de grijp, klaar voor gebruik.
Het was best een klus, maar ik voel me zo rijk als een koning!
Voordat ik begon, trok ik een krachtige bouillon van 3 stukken ossenstaart, water, zout en veel verse kruiden (die ik in de diepvriezer had). De bouillon stond lekker te trekken op de houtkachel en de kamer geurde. Dat kwam door de rozemarijn en de salie die meetrokken. Mmm!
Maandag had ik op de markt groenten-inkopen gedaan en er was het een en ander bij wat nodig verwerkt moest worden. Ik maakte een keuze en daarna maakte ik alles schoon en sneed het in stukjes. Dat resulteerde in schalen vol gesneden groenten, die óók al zo lekker geurden:
Paprika, tomaten, coctailtomaatjes, bosuitjes, een kilo champignons, bloemkool, broccoli, courgette en winterpeen. En van een pond gehakt draaide ik soepballetjes. Wat een kleurig gezicht!
's Avonds, na de koffie, ben ik gaan koken. Ik installeerde de weckketel en goot daar de bouillon (door een zeef) in. De weckketel ging op 100 graden. De schaal tomatenstukjes (van de gewone tomaten) kieperde ik in een pan met een laagje water. Ik stak er een paar laurierblaadjes in, knipte een hele gedroogde peper in stukjes erboven en deed er wat zout en peper bij. Ik bracht het zaakje aan de kook en liet het zachtjes pruttelen. Intussen ging ik aan het roerbakken in een grote braadpan. Steeds nam ik een groentensoort, roerbakte die een paar minuten in wat zonnebloemolie en deed het in de weckketel. De ketel werd voller en voller. Als laatste zette ik m'n grote roerzeef op de ketel en roerde daar de zachtgekookte tomaten door. Er ging nog bij: een half zakje vermicelli, een restje vlindermacaroni, de soepballetjes, de stukjes vlees van de ossenstaart, drie eetlepels zelfgemaakte bouillonpoeder, een paar liter water en dat was het, geloof ik.
De soep mocht nog een kwartiertje garen en intussen maakte ik 10 weckpotten schoon: 8 van 1 liter en 2 van 1 1/2 liter. Ik kookte de rubberen ringen uit en daarna kon de soep in de potten. Wat niet in de potten paste ging in een grote soeppan. De ketel moest helemaal leeg, want de soep in de potten moest nog geweck worden. Dat ging er meteen achteraan. Het werd een latertje. De weckerij was pas om kwart over 12 klaar. Maar daar staan ze dan toch: 10 potten heerlijke soep uit mijn eigen, allerkleinste soepfabriek! Rijk gevuld. Weliswaar met heel weinig vlees, maar dat doen we ook al vanwege het duurzame. Voor mij hoeft er al helemaal geen vlees in. Dat beetje is een tegemoetkoming aan de verstokte vleeseters hier ;-).
De soep is al gekeurd en goed bevonden. Mooi. Op naar het volgende project dan maar.
dinsdag 16 december 2014
Groenten en fruit van het seizoen, of toch niet?
door
Teunie
Wie hier langer meeleest, weet dat ik onze aardappels, groenten en fruit altijd 'aan het einde van de markt' inkoop. Soms bij van Os in Papendrecht, soms op de markt hier in Alblasserdam. Ik koop dan wat er goedkoop weggaat. Spullen die over zijn, of spullen waar iets mee is (gevallen, nat geregend of zoiets). Als ik het niet koop, wordt het weggegooid.
Uiteraard ben ik er helemaal vòòr om groenten en fruit van het seizoen te eten. Die worden namelijk meestal in eigen land, of anders toch in Europa, verbouwd. Op die manier hangen er geen milieuvervuilende kilometers of kaswarmte aan.
Toch leidt dit tot een dilemma. Want wat weegt nu zwaarder: voedsel van ver weg laten gooien omdat je alleen seizoensproducten eet, of het voedsel consumeren wat anders zou worden weggegooid, ongeacht waar het vandaan komt en of het al dan niet van het seizoen is?
Ik opteer voor het laatste. Voedsel wat eerst de halve aardbol over ging om uiteindelijk hier weggegooid te worden, vind ik ècht niet kunnen.
Gevolg: we hadden gisteren druiven uit Brazilië en bramen uit Mexico. Vorige week aten we zeekraal uit Israël. Pff. Hoe decadent!!
Nou ja, hoe dan ook: ik kan erg genieten van die bonte verzameling aan groenten en fruit waar ik altijd weer mee thuiskom. Soms producten die ik anders nooit gekocht zou hebben, omdat ik ze bijvoorbeeld niet ken, of omdat ze normaliter heel duur zijn.
Ik heb weer eens van alles gecombineerd. Ik maakte namelijk een soort tarte tartin, een omgekeerde taart. Maar dan niet met appel, maar met aardappels en allerlei groenten. Je zou het ook een glutenvrije hartige taart kunnen noemen. Het is namelijk een taart zonder deeg. Het is een bewerking van een recept uit een oude Landleven (nr. 8 2013). Daar heet het: aardappeltortilla. Ook dit is (weer!) een perfect gerecht om allerlei restjes in te verwerken. Er gaat in elk geval een flink restant koude aardappels in. Maar ook restjes groenten zoals erwtjes, worteltjes, bloemkool, bonen kunnen er goed in.
Eerst viste ik dus een rest gekookte aardappels uit de koelkast. Ik sneed ze in blokjes en bakte ze in wat olie in de koekenpan. Ik bedekte met deze gebakken aardappeltjes de bodem van een grote taartvorm. In de koekenpan deed ik opnieuw wat olie en bakte daarin: twee bosjes in ringetjes gesneden bosuitjes, twee bakjes champignons in kwarten en een bekertje oranje snoeppaprikaatjes in stukjes. Intussen had ik een grote pan water opgezet en toen dat kookte schoof ik er twee grote stronken broccoli in roosjes in. De roosjes kookte ik drie minuten en daarna gooide ik ze in een zeef. Ik klopte 5 grote eieren met zout en peper en wat water los. De uitgelekte broccoli schepte ik op de aardappeltjes in de taartvorm. De gebakken groenten kwamen daar bovenop. Ik deed er meteen nog een handje doormidden gesneden olijven bij (die moesten ook op). De taartvorm zat nokkievol. Ik goot het eimengsel er overheen en liet de taart in een warme oven garen tot het ei gestold was. Daarna kwam hij op z'n kop (als tarte tartin) op een mooie schaal op tafel. Mmm!
Voor de vleeseters was er voor elk nog een vers worstje.
Dat de champignons niet mooi wit meer waren was niet te zien. En dat de groene stengels van de bosuitjes niet helemaal vers en knapperig meer waren, was niet te proeven. De cavia's en het konijn vierden feest met de broccolistronken. Iedereen blij :-)).
Als toetje was er een grote schaal fruit. Mèt de druiven uit Brazilië en de bramen uit Mexico...en met Hollandse handperen. Goeie combi ;-). Toch?
Uiteraard ben ik er helemaal vòòr om groenten en fruit van het seizoen te eten. Die worden namelijk meestal in eigen land, of anders toch in Europa, verbouwd. Op die manier hangen er geen milieuvervuilende kilometers of kaswarmte aan.
Toch leidt dit tot een dilemma. Want wat weegt nu zwaarder: voedsel van ver weg laten gooien omdat je alleen seizoensproducten eet, of het voedsel consumeren wat anders zou worden weggegooid, ongeacht waar het vandaan komt en of het al dan niet van het seizoen is?
Ik opteer voor het laatste. Voedsel wat eerst de halve aardbol over ging om uiteindelijk hier weggegooid te worden, vind ik ècht niet kunnen.
Gevolg: we hadden gisteren druiven uit Brazilië en bramen uit Mexico. Vorige week aten we zeekraal uit Israël. Pff. Hoe decadent!!
Nou ja, hoe dan ook: ik kan erg genieten van die bonte verzameling aan groenten en fruit waar ik altijd weer mee thuiskom. Soms producten die ik anders nooit gekocht zou hebben, omdat ik ze bijvoorbeeld niet ken, of omdat ze normaliter heel duur zijn.
Ik heb weer eens van alles gecombineerd. Ik maakte namelijk een soort tarte tartin, een omgekeerde taart. Maar dan niet met appel, maar met aardappels en allerlei groenten. Je zou het ook een glutenvrije hartige taart kunnen noemen. Het is namelijk een taart zonder deeg. Het is een bewerking van een recept uit een oude Landleven (nr. 8 2013). Daar heet het: aardappeltortilla. Ook dit is (weer!) een perfect gerecht om allerlei restjes in te verwerken. Er gaat in elk geval een flink restant koude aardappels in. Maar ook restjes groenten zoals erwtjes, worteltjes, bloemkool, bonen kunnen er goed in.
Eerst viste ik dus een rest gekookte aardappels uit de koelkast. Ik sneed ze in blokjes en bakte ze in wat olie in de koekenpan. Ik bedekte met deze gebakken aardappeltjes de bodem van een grote taartvorm. In de koekenpan deed ik opnieuw wat olie en bakte daarin: twee bosjes in ringetjes gesneden bosuitjes, twee bakjes champignons in kwarten en een bekertje oranje snoeppaprikaatjes in stukjes. Intussen had ik een grote pan water opgezet en toen dat kookte schoof ik er twee grote stronken broccoli in roosjes in. De roosjes kookte ik drie minuten en daarna gooide ik ze in een zeef. Ik klopte 5 grote eieren met zout en peper en wat water los. De uitgelekte broccoli schepte ik op de aardappeltjes in de taartvorm. De gebakken groenten kwamen daar bovenop. Ik deed er meteen nog een handje doormidden gesneden olijven bij (die moesten ook op). De taartvorm zat nokkievol. Ik goot het eimengsel er overheen en liet de taart in een warme oven garen tot het ei gestold was. Daarna kwam hij op z'n kop (als tarte tartin) op een mooie schaal op tafel. Mmm!
Voor de vleeseters was er voor elk nog een vers worstje.
Dat de champignons niet mooi wit meer waren was niet te zien. En dat de groene stengels van de bosuitjes niet helemaal vers en knapperig meer waren, was niet te proeven. De cavia's en het konijn vierden feest met de broccolistronken. Iedereen blij :-)).
Als toetje was er een grote schaal fruit. Mèt de druiven uit Brazilië en de bramen uit Mexico...en met Hollandse handperen. Goeie combi ;-). Toch?
dinsdag 9 december 2014
Soep!
door
Teunie
Gisteren schreef ik hoe je in een smoothie zo fijn je overrijpe fruit en niet meer zo heel verse bladgroente kwijt kunt. En hoe je zo verrassende combinaties tot een overheerlijk smaak kunt blenden.
Een andere manier om op een nette manier van wat minder verse groenten af te komen is: soep koken! Vandaag maakte ik zo'n 'restjessoep'. En lekker dat die was!
Gisteren trok ik al een stevige bouillon van twee kippenpoten, die nog in de vriezer lagen. Ik deed de kip in een pan met koud water en deed er een eetlepel zout bij. Ik verwarmde het op m'n houtkachel en zette de pan daarna in de Hooimadam.
Daar stond de pan de hele morgen in en zachtjes gaarde het vlees. Toen ik het controleerde vond ik het vlees nog niet gaar genoeg. Daarom herhaalde ik alles een keer. Weer de pan op de kachel dus en daarna voor een paar uur in de Hooimadam. Zo kwam het helemaal goed en het had geen centje gas gekost.
Vanmiddag haalde ik groentenrestjes voor de dag. Ik had wat doosjes coctailtomaatjes die erg rijp waren en die ook nog eens flets smaakten. Een deel had ik al verbruikt in Willem z'n salades, maar die vond ze echt niet lekker meer. De kippen hebben er ook al van gegeten. Die zeiden er niets van en pikten de tomaatjes fijn naar binnen ;-). Anderhalf doosje bestemde ik voor m'n restjessoep. Er waren twee verrimpelde winterwortels. Er waren nog wat stengels bleekselderij. Een restje gesneden witte kool, wat al een beetje verkleurde. Een verfomfaaide prei. Een stuk bloemkool wat niet heel mooi meer was...Allemaal prima voor in de soep. Alles werd schoongemaakt en in stukjes gesneden. Voor het lekker snipperde ik ook een ui. Het lelijkste stuk bloemkool hield ik apart. Dat mocht naar de cavia's, die het lekker opknabbelden.
Ik verwarmde wat olie in een pan, bakte daar de tomaatjes in en gooide daarna de rest van de groenten erbij.
Ik roerbakte alles een minuut of vijf op hoog vuur. Daarna schepte ik de groenten in de kippenbouillon. Handje vermicelli erbij. De kip werd gepeld en ging er ook bij. Ik bracht alles tot tegen de kook en de pan ging voor de laatste keer in de Hooimadam. Langzaam konden alle smaken zo door elkaar trekken.
Eigenlijk was de soep voor morgen bedoeld. Dan wil ik namelijk hartige taarten maken. Ook al zo'n lekker restverwerkergerecht! Maar Hans moest eerder eten, omdat hij vanavond z'n VCA-examen moest doen. (Hij is geslaagd). Toen was het wel makkelijk om hem soep met een boterham te geven. Intussen had ik het avondeten gekookt: lamsrollade, gekookte aardappels, spruitjes en verse appelmoes. Voor toe was er gebakken banaan. Alles stond klaar, zodat Willem met de kinderen kon gaan eten als hij thuis kwam uit z'n werk. Zelf ging ik met Maaike naar celloles. Die is op zo'n onmogelijk tijdstip: van 17.40 tot 18.20...Maaike en ik eten dan altijd als we terug zijn.
Om even over half 7 kwamen we thuis, waar Willem glunderde over z'n driegangenmenu op dinsdag. Drie gangen? Jawel....ze hadden de pan soep ontdekt en bedacht dat dat een lekker voorgerecht was :-)). ¨O, was die voor morgen? Dan maak je maar nieuwe.¨ Jawel hoor :-). Restjes zat.
Vaak maak ik vegetarische soep. Als basis neem ik dan kooknat van groenten en aardappels. Dat spaar ik voor dat doel op in een grote kan in de koelkast.
Soep. Dat is toch eigenlijk elke dag lekker?! En: er hoeft niets te worden verspild!
Een andere manier om op een nette manier van wat minder verse groenten af te komen is: soep koken! Vandaag maakte ik zo'n 'restjessoep'. En lekker dat die was!
Gisteren trok ik al een stevige bouillon van twee kippenpoten, die nog in de vriezer lagen. Ik deed de kip in een pan met koud water en deed er een eetlepel zout bij. Ik verwarmde het op m'n houtkachel en zette de pan daarna in de Hooimadam.
Daar stond de pan de hele morgen in en zachtjes gaarde het vlees. Toen ik het controleerde vond ik het vlees nog niet gaar genoeg. Daarom herhaalde ik alles een keer. Weer de pan op de kachel dus en daarna voor een paar uur in de Hooimadam. Zo kwam het helemaal goed en het had geen centje gas gekost.
Vanmiddag haalde ik groentenrestjes voor de dag. Ik had wat doosjes coctailtomaatjes die erg rijp waren en die ook nog eens flets smaakten. Een deel had ik al verbruikt in Willem z'n salades, maar die vond ze echt niet lekker meer. De kippen hebben er ook al van gegeten. Die zeiden er niets van en pikten de tomaatjes fijn naar binnen ;-). Anderhalf doosje bestemde ik voor m'n restjessoep. Er waren twee verrimpelde winterwortels. Er waren nog wat stengels bleekselderij. Een restje gesneden witte kool, wat al een beetje verkleurde. Een verfomfaaide prei. Een stuk bloemkool wat niet heel mooi meer was...Allemaal prima voor in de soep. Alles werd schoongemaakt en in stukjes gesneden. Voor het lekker snipperde ik ook een ui. Het lelijkste stuk bloemkool hield ik apart. Dat mocht naar de cavia's, die het lekker opknabbelden.
Ik verwarmde wat olie in een pan, bakte daar de tomaatjes in en gooide daarna de rest van de groenten erbij.
Ik roerbakte alles een minuut of vijf op hoog vuur. Daarna schepte ik de groenten in de kippenbouillon. Handje vermicelli erbij. De kip werd gepeld en ging er ook bij. Ik bracht alles tot tegen de kook en de pan ging voor de laatste keer in de Hooimadam. Langzaam konden alle smaken zo door elkaar trekken.
Eigenlijk was de soep voor morgen bedoeld. Dan wil ik namelijk hartige taarten maken. Ook al zo'n lekker restverwerkergerecht! Maar Hans moest eerder eten, omdat hij vanavond z'n VCA-examen moest doen. (Hij is geslaagd). Toen was het wel makkelijk om hem soep met een boterham te geven. Intussen had ik het avondeten gekookt: lamsrollade, gekookte aardappels, spruitjes en verse appelmoes. Voor toe was er gebakken banaan. Alles stond klaar, zodat Willem met de kinderen kon gaan eten als hij thuis kwam uit z'n werk. Zelf ging ik met Maaike naar celloles. Die is op zo'n onmogelijk tijdstip: van 17.40 tot 18.20...Maaike en ik eten dan altijd als we terug zijn.
Om even over half 7 kwamen we thuis, waar Willem glunderde over z'n driegangenmenu op dinsdag. Drie gangen? Jawel....ze hadden de pan soep ontdekt en bedacht dat dat een lekker voorgerecht was :-)). ¨O, was die voor morgen? Dan maak je maar nieuwe.¨ Jawel hoor :-). Restjes zat.
Vaak maak ik vegetarische soep. Als basis neem ik dan kooknat van groenten en aardappels. Dat spaar ik voor dat doel op in een grote kan in de koelkast.
Soep. Dat is toch eigenlijk elke dag lekker?! En: er hoeft niets te worden verspild!
Abonneren op:
Posts (Atom)