Zo hebben wij om die reden dan ook nooit corvee-roosters gehad. Ik ben van mening, dat iedereen gewoon een steentje moet willen bijdragen aan het huishouden en dat dat niet gedicteerd moet worden door een rooster, maar dat dat spontaan en vrijwillig en ´gewoon´ gebeurt. Uiteraard (of: helaas) hebben kinderen deze eigenschap niet vanzelf, maar moet je ze deze vaardigheid aanleren. Net zolang totdat het een gewoonte is, om iets voor iemand anders te doen. Om dezelfde reden ben ik er op tegen om kinderen voor klusjes te belonen (al helemaal niet met geld).
Eén van onze huisregels is: Na het avondeten helpt iedereen mee en je bent klaar, als iedereen klaar is. Simpel toch?
Ik moet zeggen, dat ik over behulpzaamheid bij de kinderen gelukkig niet te klagen heb. Het is inderdaad zo, dat ze vanuit gewoonte ´iets voor iemand anders doen´. Ze helpen me in het huishouden, ze helpen elkaar, ze helpen anderen. Ik ben altijd heel blij, als ik zulke dingen zie. Als ik zie, hoe Maaike en Maria vrijwilligerswerk doen bij oude mensen uit onze kerk. Als ik zie, hoe Koos zonder mopperen een collecte loopt. Als ik zie, dat de kinderen (ook de volwassenen) onderling met elkaar meeleven. Een heel ontroerend voorbeeld kwam gisteren voorbij:
Maria doet haar uiterste best op school. Ze zit in het examenjaar en haalt gelukkig goede cijfers. Alleen Engels wil echt totaal niet lukken, hoezeer ze haar best er ook voor doet. Het heeft misschien te maken met haar dyslexie, maar hoe dan ook: het is een serieus probleem. Het zou zomaar kunnen gebeuren, dat dit vak haar de das om doet. Gisteren was het aan tafel ter sprake gekomen, want Maria had een tentamen verprutst. Toen ze naar bed ging, vond ze daar een briefje, wat Henk (11) had geschreven:
Hey Maria, Ik hoop dat je niet zakt voor Engels. Misschien kan ik je helpen met engels. Als je hoger bent gegaan krijg je een snoeprol. Henk |
Wat smelt dan je moederhart! Om de voorgestelde beloning moest ik trouwens erg gniffelen. Hoe komt hij er op?! Waarschijnlijk zou hij zoiets zelf een enorme beloning vinden :-).
Een ander voorbeeld was vorige week, toen ik geveld was vanwege die Ischias. Maaike nam toen een doosje heerlijke bonbons voor me mee en een zakje met mijn lievelingsdrop: Manneke Pis.
Zo lief, he! Aan die dropjes zit nog een verhaal. Mijn oma (moeder van mijn moeder) had altijd een trommeltje met deze dropjes. Als we er op bezoek waren werd bij ons vertrek altijd het trommeltje voor gehouden en dan vroeg oma: ¨Wie lust er nog een vies mannetje?¨ Ze was namelijk veel te netjes om het woord ¨Pis¨ in de mond te nemen. Dus ja...die dropjes heten hier nog altijd: vieze mannetjes :-)).
Gisteren belde ik naar mijn vroegere buurvrouw, om te vragen, of ik haar ergens mee kon helpen. Haar man was vorige week in het ziekenhuis opgenomen en ik wist, dat het niet goed met hem ging. En ja, kreeg ik te horen, het was fijn, als ik zou willen helpen, als de buurman misschien thuis zou mogen komen. Er zou dan een grote groep hulp nodig zijn, om dat mogelijk te kunnen maken. Ik zou er nog van horen. Tot mijn verdriet, hoorde ik vanavond, dat deze hulp niet meer nodig is... Wéér rouw. Wéér iemand van de generatie van mijn ouders, die er niet meer is. Hij was iemand die met duizend touwtjes aan onze familie en ons gezin verbonden was. In mijn gedachte ben ik bij haar, die nu zo alleen achterblijft.