donderdag 4 september 2014

Gans

Zaterdag was Willem al vroeg in de polder om hout te zagen voor de kachel. Hij kwam twee jagers tegen en vroeg (echt Willem ;-)) of ze wat geschoten hadden. Dat hadden ze. Ganzen. ¨Moet je er één hebben,¨ vroeg één van de jagers. Nou, dat hoef je Willem geen twee keer te vragen :-).

En zo kwam Willem behalve met hout, ook met een gans thuis...

¨Iiiiieeeeuww¨, riepen de meiden vol afschuw. Maar de jongens dachten er anders over. Die wilden wel zien hoe Willem die gans ging villen en panklaar maken.




Er bleef 1700 gram over om te braden. 

Je moet wel weten hoe je zo'n gans moet klaarmaken. Eerst is het van belang, dat je het vlees laat besterven. Daarom heb ik hem tot gisteren in de koelkast gelegd. Als je het vlees meteen na het slachten braadt, is het taai.

Willem had de gans gevild. Je trekt dan de huid er met veren en al vanaf. Dat gaat sneller dan plukken. Het nadeel van villen is, dat het vlees bij het braden gemakkelijk droog kan worden. Dat komt omdat de huid eraf is. Daarom heb ik het vlees eerst gebardeerd. Je bedekt het met lapjes spek, die je, bijvoorbeeld met coctailprikkers, vastzet. 

Een gans is een vogel die alle tijd heeft gekregen om groot te groeien. Heel iets anders dus dan plofkippen, om maar iets te noemen. Omdat hij dus 'slow' gegroeid is, heb ik hem ook 'slow' gebraden. Eerst gewoon aangebraden in de braadpan en daarna uren en uren in de Slowcooker. 

Ok. 't Was even wat werk (of eigenlijk: wat tijd). Maar er werd geweldig van gesmuld. Dat is dan toch wel leuk. Ook al eet ik zelf geen vlees, ik wil voor mijn vleeseters toch graag iets goeds op tafel brengen.


's Avonds werd er nog snel een greep in de pan gedaan naar de restjes :-).