woensdag 5 oktober 2022

Eruit halen, wat erin zit

Gisteren heb ik bijna de hele moestuin leeggehaald. Het was: eruit halen, wat erin zit. En dat was nog echt veel!

Er hingen nog verrassend veel prachtige sperziebonen aan de bonenplanten. Ze waren niet dik (dus niet melig) en nog net zo groen en fris als de eerste boontjes, die ik dit jaar plukte. De droge peulen, die ik tegenkwam, heb ik zuinig bewaard. Daar haal ik de boontjes weer uit, om bij leven en welzijn volgend jaar nieuwe planten uit op te kweken. De planten van nu heb ik weggehaald. Het seizoen is voorbij.



Er hingen ook nog echt veel tomaten aan de tomatenplanten. Tomaten in alle stadia, van groen en hard tot rood en rijp. Ik heb ze er allemaal vanaf gehaald, want het is nu toch heus tijd om de planten te gaan opruimen. Van de rijpe maakte ik verse pastasaus. De overige tomaten liggen in de vensterbank op de oude jongenskamer. Ik verwacht dat een flink deel nog wel rood wordt. Eventueel kan ik van een restant groene tomaten nog jam of chutney maken. 


De bietjes, die ik nog vrij laat zaaide, zijn toch nog redelijk gegroeid. Een aantal is wat kleiner gebleven, maar er zitten ook joekels bij. Bij elkaar ook nog zeker een mooie portie.


Die bieten zaaide ik tegelijkertijd met nog een rijtje wortels. Nou, die zijn wel echt klein gebleven, hoor. Maar wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Deze worteltjes mogen echt nog wel meedoen. Met een pakje diepvries doperwtjes is het nog een prima maaltje.


En dan waren daar nog mijn prachtige rabarberplanten. Ik was er netjes sinds 21 juni vanaf gebleven. Want ja, na de langste dag wordt de hoeveelheid oxaalzuur in de stengels hoger. Maar ja, om daar echt iets van te krijgen, moet je geloof ik een kruiwagen vol rabarber eten, of zoiets. En ja, verder zou je de planten na 21 juni beter kunnen sparen, zodat ze krachten op kunnen doen voor het volgende jaar. Het zal allemaal wel. Ik heb gewoon her en der een mooie stengel uit de planten gehaald. Ik geloof niet, dat ik de planten daarmee beschadig. En ik geloof ook niet, dat we gevaar lopen met het oxaalzuur in die ene portie rabarber. Mmm. Ik heb nog een prachtige hoeveelheid. Ik moet nog even denken, of ik er moes van kook, of er nog een rabarbertaart van bak.

Al met al was het een vruchtbaar uurtje, lekker in de zonneschijn. Wat nu nog op de tuin staat is: 1 half ontmantelde tomatenplant. Die moet er nog af. En nog vier rode kolen. Die gaan ervan af, als ik tijd heb, om ze te verwerken. En de enorme spinazieplant wil ik ook nog kaalplukken en opruimen. 

De rest wat nog op de tuin staat is winterspul: 30 preien, die rustigaan verder mogen groeien. Een boerenkoolplant, om van de winter van te smullen. Een aantal winterbloemkolen en een aantal plantjes winterandijvie. Wat is het toch een genot, zo´n moestuintje!

Het gaat hier verder gestaag z´n gangetje. Maria en ik zijn hard bezig om haar aanstaand verlof voor te bereiden. Ze werkt nog een paar weekjes, als alles goed gaat. Daarna gaat ze gewoon per dag bekijken of ze zin/puf heeft om nog wat te komen doen. Hele dagen thuis gaan zitten wachten, tot de baby komt, is ook zo wat.

Vorige week is ze voor het laatst naar het Sophia Kinderziekenhuis geweest. Na bijna 5 jaar therapie in verband met anorexia is ze genezen ontslagen. Wat een wonder! Ook haar therapeut vond het heel speciaal, die laatste keer. Het komt helaas niet zo vaak voor, dat iemand gezond afscheid neemt, daar. Natuurlijk weten we, dat er altijd een keer een terugval kan komen. Zeker ook ná de zwangerschap is het best even spannend. Gelukkig mag Maria altijd mailen, als dat nodig is. Dat is een geruststellende gedachte.

Henk heeft nu twee keer een zaterdag maatschappelijke stage gedaan in de kringloopwinkel van Woord&Daad aan het Afrikaanderplein in Rotterdam. Hij vindt het er heel leuk en zijn inzet werd gewaardeerd. Ze vroegen hem, of hij vaste vrijwilliger wilde worden. Nu heeft Henk het best druk op school in verband met zijn examenjaar. Maar hij gaat de zaterdagen voorafgaand en de zaterdagen ín schoolvakanties daar voortaan als vrijwilliger aan de slag. Super toch? Ik ben echt trots op hem, dat hij dat doet!


Vind je het ook leuk, om te komen helpen? De kringloopwinkel is op zoek naar méér vrijwilligers. Wie weet is het iets voor je.


Donderdag maakte ik pastasaus van tomaten uit de tuin voor de voorraad. Ik maakte er een insta-verhaal van. Maar ik merk hier op de blog ook weer hernieuwde belangstelling voor oude technieken. Ik kreeg tenminste heel wat vragen naar aanleiding van mijn vorige post. Bijvoorbeeld over hoe je een petroleumstel moet gebruiken. Nu kan je deze vraag ook prima in Google intikken en dan krijg je antwoorden, compleet met filmpjes erbij. Dat is misschien ook een goede manier en hoef ik het allemaal niet uit te typen. Een paar eigen ervaringen: ik gebruik altijd kleurloze lampolie in plaats van petroleum. Het schijnt dat op den duur de lont hiervan verstopt kan raken. Daar heb ik echt nooit last van gehad. Die lampolie kun je normaal gesproken gemakkelijk verkrijgen, maar ik hoorde vorige week, dat het hier en daar op is. Tja, die peteroleumstellen worden massaal ingezet in de strijd tegen hoge gasrekeningen. In elk geval weet ik, dat er veel prijsverschil zit in de(zelfde!) lampolie. Ik koop het normaal bij de Action/Dirk/bouwmarkt. Is je lont op? Dat kun je her en der online aan de meter kopen. Verder altijd goed opletten, dat je de lont niet te hoog opdraait, want dan kan de boel flink gaan walmen.

Ook waren er veel vragen over yoghurt maken. Daarover heb ik eerder weleens geschreven. Bijvoorbeeld hier in 2008! Ik heb het recept trouwens ook uitgebreid beschreven in mijn kookboek. Compleet met de recepten van verschillende toepassingen, zoals yoghurtschnitte en granola.

Maar nu dan die pastasaus.

Ik waste tomaten:



En sneed ze in stukken.

Ik had wat voordelige paprika´s van de markt. Ook die werden gewassen en in stukken gesneden.


Evenals een paar uien, een paar courgettes (ook uit de tuin), een vergeten prei, die lag te verleppen, en een paar tenen knoflook.


Ik kookte de tomatenstukken tot ze zacht waren en draaide ze door de roerzeef met de fijne zeef erin. De roerzeef is een groot horeca exemplaar en kreeg ik ooit cadeau van mijn vriendin Ellen.


De rest van de ingrediënten bakte ik even aan in een beetje olie en daarna goot ik er de gezeefde tomaten bij. En dan natuurlijk de kruiden. Alles op gevoel. De mensen, die grammen van me verwachten, moet ik teleurstellen. Ik doe het uit de losse pols en proef regelmatig, of ik moet bijsturen.


Er ging onder andere (zelf gedroogde) salie in.


En verder: keltisch zeezout, peperkorrels, poeder van de maggiplant, oregano en gerookte paprikapoeder.
Ik liet alles een half uurtje lekker smorrelen en daarna kieperde ik alles nóg een keer door de roerzeef. Nu met de grovere zeef erin.


De saus ging in weckflessen: 6 van 1 liter en 1 van een halve liter.


Ik weckte de saus 30 minuten op 90 graden in de weckketel. Zo is het jaren houdbaar. Niet dat het jaren in de kelder zal blijven staan, denk ik :-).


Ziezo, klaar. Afkoelen en dan kunnen de klemmetjes eraf en gaat alles op een plank in de kelder.


Op insta was de eerste vraag, die ik kreeg: Hoeveel kost nu zo´n fles. Ik begrijp de nieuwsgierigheid. Hoewel je deze zelfgemaakte saus natuurlijk niet kunt vergelijken met fabriekssaus uit de winkel. Maar evengoed heb ik het uitgerekend:


De weckvoorraad groeit hier gestaag. Ik moet zeggen, dat het zo langzamerhand op een hobby gaat lijken. Maar evengoed is het gewoon super praktisch om in deze onzekere en dure tijden op deze manier voedsel te bewaren. Een nuttige hobby dus :-).