maandag 26 juni 2023

Weer lekker ouderwets bezig in de keuken

Ik heb in mijn leven al heel wat jam gemaakt. Meestal was dat van goedkoop opgekocht fruit. Soms was het van wildgeplukt fruit. Maar nu heb ik jam gemaakt van fruit uit eigen tuin. Jam 2.0 :-).

Ik had vorige week voor mijn doen echt een top oogst aan aardbeien. Het record was dik 1100 gram op een dag. Maar ook op de andere dagen van de week was er steeds een mooie bak vol te oogsten. 


Van drie kilo van die heerlijke, zongerijpte rode rakkers maakte ik jam. Ik gebruik hiervoor altijd geleisuiker uit België, die uitgaat van 3 delen fruit en 1 deel suiker. Die jam smaakt tenminste naar fruit en is niet zo mierzoet. Oh, wat rook het ouderwets lekker in de keuken!!


Eén potje gaf ik aan Maria mee, die op vakantie ging. Kunnen ze lekker croissantjes met jam smikkelen bij het ontbijt ;-).


Eén potje ging direct in de koelkast en zaterdag hadden we een overheerlijk ontbijt van kwark, lijnzaad, havervlokken én aardbeienjam. 


Ook vandaag werd er weer een schaal aardbeien verwerkt. Samen met een mooie hoeveelheid rabarber. Ik oogstte 3 kilo rabarber. Er zijn mensen, die geen rabarber oogsten na de langste dag. Dat is omdat het oxaalzuurgehalte in de plant dan omhoog gaat. Maar wil dat schadelijk voor je zijn, dan moet je echt elke dag een enorme hoeveelheid rabarber eten. Ik oogst daarom nog wél na de langste dag. Alleen niet meer in grote hoeveelheden. Niet vanwege het oxaalzuurgehalte in de planten, maar omdat ik ze niet wil uitputten. Ik laat de planten altijd met behoorlijk wat blad en stengels afsterven in de herfst. Dat lijkt goed te werken, want ik heb nu voor het vierde jaar een enorme oogst van drie planten. 


Maar goed. Ik had dus rabarber en aardbeien. De dikste rabarberstelen gingen samen met de aardbeien in mijn Weck-ontsapper.


Dat leverde 2 liter sap op, waarvan ik siroop kookte. Ik gebruikte hiervoor mijn vaste basisrecept. Dat gaat uit van behoorlijk veel suiker. Dat is om de siroop goed te conserveren. Om toch niet al te veel suiker binnen te krijgen, verdunnen wij de limonadesiroop altijd met heel veel water. Mijn basisrecept voor siroop is: 1 liter sap mengen met anderhalve kilo suiker. Roeren tot de suiker is opgelost. De siroop helemaal laten afkoelen. Intussen 25 gram citroenzuur oplossen in wat warm water en ook laten afkoelen. De afgekoelde citroenzuuroplossing roer je door de afgekoelde siroop. Daarna schenk je de siroop in brandschone flessen. 


Van de dunne stengels heb ik een deel ingemaakt en een deel tot moes gekookt. Het inmaken heb ik op de zweedse manier gedaan. Dat heb ik nooit eerder gedaan en is dus een experiment. Volgens wat ik ervan gelezen heb, blijft de rabarber zo als vers en lekker knapperig. Dat lijkt me wel wat, want dan kan ik er van de winter lekker rabarbertaart mee maken. Hoe gaat dat, rabarber inmaken op de zweedse manier? Heel eenvoudig: je neemt brandschone potten. Je snijdt stengels rabarber op de maat van de pot, tot ongeveer 2-3 cm. onder de rand. De stengels snijd je vervolgens in repen. De repen doe je in de pot, net zolang tot de repen strak tegen elkaar in de pot staan. Dan overgiet je de repen met gewoon schoon kraanwater tot 1 centimeter erboven. Je draait de deksels op de potten. En klaar. Het oxaalzuur in de rabarber werkt voldoende conserverend om de rabarber zo goed te houden. Klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar ik vond het het proberen waard!


Intussen is het een waar feest in m´n moestuin. Vorige week heb ik de peulen eruit gehaald. De planten waren op. De laatste peulen die ik oogstte, waren te dik. Dat waren de peulen, die dicht tegen het hek groeiden en waar ik niet goed bij kon om ze te plukken. Geeft niets, want nu had ik zomaar een flinke schaal doperwten :-). En natuurlijk bewaar ik voldoende dikke peulen voor volgend jaar. Dan kan ik ze bij leven en welzijn opnieuw zaaien. 


Op de plaats van de peulen kwamen de pompoenen. Die had ik tot dan toe in de koude bak staan, maar ze groeiden er bijna uit :-). Ik had drie zaden gezaaid, maar er zijn er maar twee op gekomen. Ik laat het zo. Vorig jaar had ik met drie planten wel héél veel pompoenen. Dus twee is vast ook wel goed.



Aan de andere kant van het hek heb ik drie komkommerplanten staan. Eén snackkomkommer en twee gewone komkommers. In voorgaande jaren lukten bij mij de komkommers niet zo goed. En ook dit jaar leek het in het begin nergens op. Maar ja, de nachten bleven ook zó lang nog heel koud! Daar houden komkommers nu eenmaal niet van. Ook niet het ras, wat ik bij Vreeken kocht en wat geschikt is voor buitenteelt. Maar nadat de temperatuur zomers werd, knapten de komkommers zienderogen op. Het zijn nu mooie planten, waar de groei goed in zit.


Alles groeit en bloeit. Het is een lust voor het oog. Ook de bloemen in de voortuin doen het trouwens fantastisch. Vorige week spotte ik de eerste dahlia-bloem!


Ja, ik ben nu zoveel mogelijk buiten. Sowieso elke ochtend. Dan giet ik en wied ik. Na het ontbijt geef ik de kippen schoon water en een bak voer. Daarna krijgt ook Muck schoon water en voer. En tenslotte krijgen de plantenzakken allemaal een hele fles water. Daarna is het gedaan met het buiten spelen en moet ik binnen aan de slag. Maar dan heb ik toch alvast de mooiste uurtjes van de dag te pakken!