Als ik niet buiten de deur hoef te zijn, zien mijn maandagen er altijd zo uit: Om kwart over 5 opstaan om de wasmachines aan te zetten, rommel op te ruimen enzovoorts. Vervolgens het ontbijt en dan Willem en de kinderen naar werk en school helpen. 's Morgens ben ik dan de hele morgen bezig om het huis van alle weekendrommel te ontdoen. De middag is voor het wegwerken van de was en voor keukenwerk.
Gisteren was het ook zo'n dag. Ik hoefde alleen maar even langs de trombosedienst en daarna lag de hele dag voor me.
Het rommel ruimen nam deze keer wel langer dan een morgen in beslag. Dat kwam doordat er zaterdag het één en ander was blijven liggen vanwege mijn Amsterdam-dagje. Wasgoed lag er echter minder, want de maandagwas moest binnen drogen en die kon ik dus niet dezelfde dag wegwerken. Dat mag ik vandaag doen ;-). Zodoende kon ik om een uur of half 3 toch lekker achter m'n aanrecht plaatsnemen.
Zaterdag was ik nog bij de boer geweest en er lag genoeg om te verwerken. Ik ben begonnen met de peterselie. Ik had zo'n bosje of 15, denk ik. Ze waren in wisselende conditie. Sommige bosjes waren nog mooi fris, anderen al minder of meer aan het verdrogen en verleppen. Ik had dit grotendeel voorkomen, door de bosjes zaterdag in een grote pan met een laagje water te zetten. Ik heb alle mooie frisse stengels eruit gevist, gewassen en in stukjes gesneden. Hier ga ik peterseliewijn van maken. Ik had het recept al eens eerder bekeken op Luc's wijnlog en was van plan, om, zodra ik weer eens wat peterselie had, deze wijn te maken. De rest van de peterselie wilde ik weggooien. Maar ineens bedacht ik, dat ik (gekochte) gedroogde peterselie in mijn kast heb, wat ik bijvoorbeeld weleens gebruik om aardappelpuree of een salade te kruiden en op te leuken. Waarom zou ik zelf geen peterselie kunnen drogen? Ik boste de verlepte stelen op en hing ze onderste boven op. Nu mogen ze verder drogen. Als ze helemaal droog zijn ris ik de blaadjes van de stelen en maak ze fijn. Moeilijker lijkt het me niet.
Wat ook snel verwerkt moest worden, waren de handperen. Ik maakte er het toetje voor bij het avondeten van. Met peren moet je het altijd maar treffen. Ik vind het lastig fruit. Het blijft vaak lang hard, blijft soms droog, of verandert in een meelbal. Maar dit waren van die heerlijke, zoete, sappige peren. Mazzel dus. Ik heb een flink aantal peren geschild, doormidden gesneden en in wat roomboter zachtjes gebakken. Vervolgens heb ik er bruine suiker en kaneel over gestrooid en die suiker nog even laten caramelliseren. Om het af te maken deed ik er een flinke hoeveelheid walnoten bij en liet er wat caramelsiroop over lopen. Lekker!
Ook de oven mocht nog even aan het werk. Ik heb voor de hele week eierkoeken gebakken voor in de pauze van de basisschoolkinderen. Ik heb er een herfstige draai aan gegeven, door een paar lepels koekkruiden door het beslag te roeren en er geschaafde amandelen over te strooien. Verder bakte ik gemberkoekjes. Ook zo'n lekker seizoenskoekje.
We hebben stamppot rauwe andijvie met spekjes gegeten. De bodem werd nog net niet uit de pan geschraapt.
's Avonds heb ik gezellig koffie gezet in m'n pruttelpotje op het oliestelletje. Niet alleen heel lekker, maar ook zo knus. Zéker met de houtkachel aan. Het inspireerde me, om een nieuw breiwerk op te zetten. Maar daarover vertel ik niet verder, want dat wordt iets om kado te doen ;-)