Het is een jaarlijks terugkerend iets. En elk jaar ben ik er aan de late kant mee. Dat komt, omdat de laatste jaren de oktobermaand nog zo heerlijk warm is en er nog van alles groeit en bloeit in de tuin. Dan vind ik het zó zonde, om dat allemaal te rooien, te snoeien, of uit te trekken!
Maar als het dan eenmaal november is, krijg ik haast. Voor de eerste vorst wil ik m´n tuintje op orde hebben. Dit jaar zat daar meer drang achter, dan voorgaande jaren. Ik had namelijk van een bloglezeres met een bollenkwekerij een groot bollenpakket kado gekregen. Ik wilde die bollen écht op tijd de grond in hebben!
Hans vond het allemaal best. Hij wilde die vrijdag op tijd aan de slag. Dus toen het eenmaal goed en wel licht was, ging ik samen met hem naar buiten om aanwijzingen te geven. Kijk: die Hortensia moet eruit. Die is ziek. En de Japanse Anemoon woekert veel te veel. Daar moet je er een heel stel van rooien en een paar grote pollen naar achterin de border verplaatsen. En let je dan wel op die ene witte variant? Daar ben ik bloedzuinig op. Die eenjarigen mag je allemaal uittrekken. En bla en bla en bla.
Hans werkt al een paar jaar op zaterdag bij een hoveniersbedrijf en weet prima van wanten. Ik hoefde dus alles maar één keer te zeggen en terwijl ik binnen aan de slag ging, keek ik steeds met groot genoegen naar de voortgang.
Natuurlijk was er op tijd een natje en een droogje voor Hans. Maar verder moest hij flink aanpoten, om het werk op tijd af te krijgen. Voor de middag was er namelijk storm voorspeld.
Het lukte! Bijna alles kwam ´s morgens klaar. Het staartje werd ´s middags af gemaakt. En terwijl de wind ging aanwakkeren en de eerste druppels vielen, ruimde Hans het gebruikte tuingereedschap op.
Wat is m´n tuin netjes geworden! En dan te bedenken dat er een kleurenzee in de grond verborgen is. Ik verheug me nu al op de bloei van de voorjaarbollen!
Net begonnen |
Done! |
Na al dat buitenwerk, wachtte er binnenwerk. Nu Trijnie getrouwd is, houden we een stoelendans voor wat betreft de slaapkamers. Als eerste gaan Willem en ik verkassen. Om een extra slaapkamer te creëren, gaan we in de garage slapen. Dat deel van de garage was al in gebruik als werkkamertje. Hoewel het in de loop der tijd meer ´chillroom´ voor de jongens is geworden. Er was echter één probleem: het is er niet warm te krijgen! We hebben er al van alles aan gedaan. Er is electrische vloerverwarming aangebracht. Maar behalve een hoge energierekening, leverde dat niet de beloofde behagelijkheid op. Die verwarming staat daarom nu alweer jaren ingesteld op 11 graden. Net genoeg om in de winter de vorst eruit te houden. De volgende stap was om het cv-circuit te vergroten en er een grote radiator aan te brengen. Als we flink stoken, is het er nu redelijk warm te krijgen. Maar helaas is die warmte in no time weer verdwenen. De rest van ons huis is bijna overgeïsoleerd. Dus als onze (houtgestookte) cv een poosje heeft aangestaan, moeten we stoppen met stoken om het niet tropisch warm te krijgen. De garage is dan lang voor bedtijd alweer koud. Daarom is er nu een derde, en hopelijk afdoende, maatregel bedacht: isolatie van de buitenmuur. Leendert, die bij een timmerbedrijf werkt, heeft de isolatie aangebracht. Aan Hans nu de schone taak om de muren te stucen. Dat heeft hij pas op z´n werk ook gedaan en dat zag hij helemaal zitten. Heerlijk, zo´n stel handige knullen :-).
Al dat geklus in en om het huis werkte vast inspirerend. Want Jan kwam thuis uit school met de mededeling, dat hij iets wilde bakken. Juf Groeneveld was jarig geweest en had getrakteerd op zelfgebakken cakerol. Het recept zat inmiddels al in mijn mailbox.
Ook aan Henk z´n bezigheden is te zien, dat het langzamerhand wintertijd wordt. De tijd van buiten spelen is een beetje over. Tijd om de tekenspulletjes weer voor de dag te halen. Verven is ineens iets wat met gejuich wordt begroet. En een stickerboek geeft urenlang plezier!
Ons zwerfkatje houdt het voornamelijk op buitenspelen. Hoewel hij steeds tammer wordt, houdt hij niet van binnen zijn. Hij komt z´n bakje leegeten en wil dan ook best nog een poosje geaaid worden. Maar dan toch het liefst met de deur open, zodat hij op elk moment naar buiten kan rennen. Hij blijft schuwig en heel alert. Een raar geluid en hij vliegt weg.
Ik ben benieuwd wanneer hij zover is, dat hij rustig binnen durft te blijven. Ik heb niet zo´n zin in een open deur, als het koud wordt! Dat zo´n beestje het nu toch niet gewoon veel lekkerder vindt om eens een poosje bij de kachel te komen dommelen, in plaats van buiten in de regen en de kou, hè!