Oh, wat heb ik ervan genoten, dat het vandaag zo licht was! Toen ik vanmorgen Ciara ging uitlaten, was het kraakhelder. Wel echt koud, hoor! Ik had heerlijk warme handschoenen aan, maar eer dat ik thuis was, waren mijn vingertoppen zowat bevroren. Het is hier op het platteland al snel 2 graden kouder dan in de stad.
Maar goed. Ik heb liever kou, dan regen. Ik genoot van de blauwe lucht. Van het licht van de zon. En keek, hoe de vogels en eenden paartjes vormen. Ik zag een krokus dapper een verkleumd kopje boven de bevroren grond uitsteken. De wilgenkatjes bloeien. De eerste lammetjes worden zelfs al geboren. Maar uiteraard lopen die nog niet buiten. Daar moeten we nog heel even geduld voor hebben.
Ciara gaf niet om de kou. Ze ging hier en daar eens op haar gemak in het witte gras liggen om op een tak te knagen. Ze heeft dan ook zo´n mooie, dichte wintervacht!
Het was bijna windstil. Ik luisterde naar de geluiden. Ik hoorde het gemaal bij de brug stampen en zag kleine schuimkopjes van opgepompt water voorbij drijven. Ik hoorde de lokroep van verschillende vogels. Verder was het helemaal stil.
Het water weerspiegelde de kruinen van de knotwilgen.Zo mooi!
Het winterlicht is vooral bij zonsopkomst en zonsondergang heel speciaal. Het heeft een warmgele kleur. Vooral op de rietkragen vond ik dat steeds zo speciaal. Maar de rietkragen zijn vorige week gemaaid. Het is nu kaler dan kaal. We kijken nu wel heel ver weg vanuit ons huis. De weg gaat in een bocht naar het dorp. Zo kun je iemand al helemaal uit de verte zien aankomen.
Iets minder intens dan de gele rietkragen, maar toch zeker ook heel mooi in de avondzon, zijn de gele kruinen van de bomen aan de overkant:
Wat ben ik bevoorrecht dat ik hier mag wonen.