Ik had een route gemaakt die bij ons huis begon en bij ons huis eindigde. Maar die was 18 kilometer. Dat vonden we nèt iets te lang voor het mooi. Dus ´sneed´ ik er de laatste 4 kilometer af, zodat we op de Vuilendam zouden eindigen. Veertien kilometer was precies mooi voor deze zaterdag. We reden daarom even met twee auto´s naar het eindpunt, lieten daar één auto staan en reden met één auto terug.
Ik smeerde een stapeltje brood, pakte een doosje dadels en een paar flessen water in en daar gingen we!
Eerst liepen we ons dorp uit via de Zeemansweg naar de Donk. We verwonderden ons over een enorme rups, die over de weg liep. Een joekel van een centimeter of 10 en zo dik als Willem z´n duim. Later hebben we opgezocht wat voor rups dit is. Volgens ons is het een windepijlstaart.
en bij het gemaal. Ze schrokken zich een hoedje, toen dat gemaaltje ineens ging draaien :-).
We banjerden vervolgens vier lange kilometers door het gras langs het water naar de Ammerse Kade. Dat was wel een tikje afzien. Links waren nogal saaie weilanden en rechts was het water, wat je niet zag, omdat het riet heel hoog groeide. Een boer was mest aan het injecteren. We kwamen verder welgeteld één wandelaar tegen. Het was dus heel stil, alsof we alleen op de wereld waren. Behalve heel veel groen, waren er gelukkig ook veel bloemenranden.