maandag 14 december 2020

Een verdeeld huis

Vandaag had Jan z´n mondeling Nederlands. Hij zit in VWO-6 is dan ben je dus al goed twee jaar bezig met je boekenlijst. Dat tentamen is waar je al die tijd naar toe werkt.

Lezen is niet heel erg Jan z´n ding. Hij heeft dyslexie en het lezen gaat daardoor moeizaam. Toch kreeg hij er langzaam maar zeker aardigheid in. En hij heeft zich werkelijk erg uitgesloofd voor dat tentamen. Complete boekverslagen hingen in chronologische volgorde aan de muur.


Maar ....

Het liep anders.

Vrijdag was Willem niet helemaal fit. Beetje verkouden en gewoon niet lekker. We besloten daarom om maar niet naar zijn moeder te gaan, wat we normaal vaak op vrijdagavond doen. We dachten niet direct aan corona. Sowieso was Willem niet echt ziek, maar vooral: hij komt totaal niet buiten de deur. Dus waar zou hij dat ooit opgedaan moeten hebben.

Zondagochtend stond Hans op met keelpijn. Dat is een bekende kwaal van hem, waar hij al zijn hele leven last van heeft. Niet alarmerend dus, maar wel zo, dat hij niet meeging naar de kerk.

Vanmorgen had ik hier dan twee kerels, die niet fit waren. En Jan wilde duidelijkheid. Zó kon hij zijn tentamen níet gaan doen. Er zou nota bene een wat oudere leraar bij zitten. Hij wilde zeker weten, of Willem en Hans geen corona hadden.

Om Jan gerust te stellen, werd besloten, dat één van beiden een sneltest zou laten doen. Was die negatief, dat zou er hier een gewone verkoudheid rondwaren en kon Jan zijn tentamen gaan doen.

Noch Hans, noch Willem had veel trek in die test. Maar uiteindelijk offerde Willem zich op en reed naar Rotterdam.

Intussen was Jan met de allerlaatste voorbereidingen bezig. Hij had een mooi, schoon overhemd aangetrokken en declameerde zo af en toe nog een gedicht om vast te stellen in welk metrum het geschreven was.

Nog 10 minuten en dan zou hij samen met Maaike vertrekken. Maaike was zo lief, om hem naar school te rijden en dan even 20 minuten op hem te wachten en weer naar huis te rijden. Op dat moment kwam de uitslag van de test binnen: positief! Oeps!!

Eerst belde ik maar naar school, om te vertellen, dat Jan z´n tentamen niet door kon gaan. Evenmin als zijn mondeling Engels, wat voor morgen op het programma stond.

Daarna moest er van alles en nog wat geregeld worden. We zaten met een snotterige Willem en dito Hans én met een neusverkouden Henk, die ik voor de zekerheid (gelukkig!) ook maar thuis gehouden had. Ik besloot ons huis te verdelen. Het is gelukkig groot genoeg. Eén deel is de Covid-19 afdeling voor de mensen met klachten. Eén is er voor de mensen zonder klachten. Willem ging dus in zelf-isolatie en de rest van het gezin in quarantaine. Wie klachten heeft moet de rest van de quarantaine-tijd in de Covid-19 afdeling. Over 5 dagen moet de rest zich laten testen. Is de test negatief, dan mag je uit de quarantaine. Is hij positief, dan komen er 5 dagen bij.

Poeh. Wat een geregel! Scholen bellen, werkgevers werden gebeld, familie die in de achterliggende dagen bij ons was, werd op de hoogte gebracht. Enzovoorts.

Langzaam maar zeker keerde de rust weer en schikte een ieder zich. 

Al snel kreeg ook Jan klachten. De mannen zitten nu dus met z´n vieren in de Covid-19 afdeling. Ik bracht vanavond dienbladen met eten naar boven en zette die voor de deur van de grote jongenskamer. Daar is een tafel met stoelen en ook een bank. Daar kunnen ze het best voor een paar dagen uithouden.


Na een half uurtje vond ik de dienbladen met lege borden weer achter de keukendeur ;-).

Het is wel super saai, hoor. Niet met z´n allen eten. Niet met z´n allen koffie drinken. En voor slapen ben ik naar het stapelbed op zolder uitgeweken. Dat is nog wel het allersaaist. Maar ja.

Zoals altijd heeft ook dit nadeel zijn voordeel. Nu Maaike en Maria in quarantaine zijn, helpen ze mij met de webshop. Hopelijk worden we niet ziek. Het is enorm druk, nu bij de gewone kerstdrukte ook meteen de hamsterdrukte is gekomen, zodra het eerste bericht van de strenge lockdown verscheen. We gaan het zien, hoe het loopt. Je kunt niet op de zaken vooruit lopen en we bekijken per dag, wat haalbaar is.

Voor nu ga ik mijn ogen maar eens dichtdoen. Ik stond er vanmorgen nota bene al om kwart over vier naast. Het was met het dagje wel.

Gaap.