donderdag 7 februari 2019

Doen met wat er is.

Zuinigaan schreef gisteren al over voedselverspilling. En Gerlinde uit Noorwegen schreef een logje over snel en eenvoudig een duurzaam leven en komt tot de conclusie dat je dan vooral moet doen met dat wat voorhanden is. ¨Doen met wat er is¨, is ook de lijfspreuk van Annemiek. En ja, ik ben het daar helemaal mee eens. Vandaar dat ik bijvoorbeeld de vorige keer schreef over het maken van een strijkplankhoes van een oud dekbedovertrek.

Nog een paar voorbeelden? Hier komen ze.

Mijn vleesvoorraad was bijna op. Daarom plaatste ik een bestelling bij mijn broer. Maar het duurt altijd even voordat het dan in mijn vriezer ligt. Dus keek ik in het koelvak bij de supermarkt, of er afgeprijsd vlees lag. Ik had geluk. De stickers waren net geplakt en ik kon kiezen. Ik nam een voorraadje mee. Als dit vlees niet gekocht wordt, wordt het aan het eind van de dag weggegooid. En heus, met dat vlees wat (bijna) aan de datum is, is niets mis. Gewoon thuis meteen verwerken of in de vriezer doen.


Er zaten twee pakjes kipgehakt bij. Daar wilde ik balletjes van braden als borrelhapje. En juist kwam er een berichtje langs in de fb-groep ´Wecken is hip´ van iemand die gebraden kipgehaktballetjes geweckt had in bouillon. Dan blijven ze lekker mals. Goed plan! Mijn voorraadje kipgehakt werd dus geweckt. Makkelijk voor als we een keer een verjaardag hebben ofzo.





Er was ook oud brood. Daar is van alles mee te doen. Zo eten we heel regelmatig tosti´s, ´soppen´ oud brood in soep, maken wentelteefjes, of iets anders. Gisteren sneed ik een deel van het oude brood in plakjes en legde die in de oven van de houtkachel te drogen. Vandaag maak ik er paneermeel van, want dat is op. Ik heb het nodig om weckpotten te prepareren voor de cake die ik wil gaan wecken.





De rest van het brood sneed Maria in dobbelsteentjes en daar maakte ze broodpudding mee. De pudding werd gekookt in de poffertpan. Die paste precies nog naast de kipgehaktballetjes in een grote pan. Alles aan de kook brengen en tegen de kook houden totdat de balletjes geweckt en de pudding gaar was. De pudding aten we met wat custard eroverheen als toetje bij het avondeten. De custard maakte ik van het laatste restje melk, wat nog net goed was, maar snel op moest.



Voor het avondeten besloot ik oude groente op te maken in een plaat geroosterde groente. Er was een flespompoen met een zachte plek, er lagen nog 2 flinke zoete aardappels met wat schimmelplekjes aan de schil, er dook een uitlopende bol knoflook op, in de koelkastlade lagen nog twee winterwortels en een doosje rozemarijn, en in de garage stonden nog wat doosjes champignons die ooit mooi geweest waren. Uien zijn er altijd, dus die gingen er ook nog bij. Wat zeezout en olijfolie erover en roosteren maar.




Het was niet genoeg voor de 8 personen, die gisteren aan tafel verschenen. Daarom was er een grote pot witte bonen en tomatensaus bij. Lekker met gekookte aardappels en voor de vleeseters een hamlapje. Met de broodpudding toe werden alle buikjes weer rond gegeten en kon ik doen met wat er is. Er hoefde niets in de vuilnisbak.

Zaterdag had ik erwtensoep gekookt. Dat maak ik altijd in mijn 10-literpan, die bijna vol komt. Erwtensoep maak ik ouderwets. Met vlees dus. Ik vind vegetarische soep heel erg prima, maar in erwtensoep hoort wat mij betreft vlees en worst. Het is één van de weinige gerechten die ik met vlees eet. Wat er in gaat in zo´n grote pan? Een bovenpoot, een kilo spliterwten, 4 liter groentenbouillon, 4 preien, 4 winterpeen, 4 uien, 4 aardappels, een knolselderij, een rookworst, een bosje selderij, wat worcestershiresauce, peper uit de molen. Alles bij elkaar dus een pan vol. Zondag hebben we er lekker van gesmuld. Maar er was nog zat over. Er gingen een paar eenpersoonsporties de vriezer in om weg te geven. Toen bleef er nog 4 liter over. Die belandden in de weck. Fijn om op voorraad te hebben staan voor plotselinge snert-trek :-).




Intussen hebben we een zieke in huis. Willem was dinsdagavond al verre van fit thuis gekomen van de ISE beurs in Amsterdam. Hij besloot snel naar bed te gaan, want had nog drie beurs-dagen voor de boeg. Helaas kreeg hij ´s nachts koorts. Dat is lang geleden! Echt raar om een man met koorts naast je in bed te hebben. Het was in elk geval behoorlijk onrustig. Tegen de ochtend werden de collega´s ingelicht, dat Willem niet van de partij zou zijn. Ik sprong in de zuster-rol en raspte een appeltje met kaneel voor hem en bracht een kopje thee.


Willem heeft het aardig te pakken. Ik zie hem deze week niet meer naar de beurs gaan. Hopelijk krijg ik het zelf niet.

Gisterenavond mocht ik weer opdraven voor de schoolschoonmaak. Dat is het jaarlijks terugkerend feestje in februari ;-). Het was voor mij de laatste keer van een lange, lange reeks van jaren. Gedurende 26 jaar lang hebben er kinderen van ons op de basisschool gezeten. Nu zit de jongste in groep 8. Dat schoolschoonmaken zal ik overigens niet gaan missen. Hoewel het best gezellig is en het heel fijn is als alles blinkend schoon wordt, vind ik het nooit leuk om er in de avond voor van huis te gaan. Ik moet eerlijk toegeven, dat mijn rug zo ongeveer doormidden lag, toen ik thuis kwam. Ik had in een kleuterklas gewerkt en dat was bepaald geen werk, wat de arbo-norm kon doorstaan: Allemaal bukken! Eerst radiators gestoft en gesopt, toen kasten, inclusief de lage aanrechtkastjes van het kleuteraanrechtje bij de zandtafel, vervolgens nog stoeltjes, die ik weliswaar op een tafeltje plaatste bij het soppen, maar toch. Tenslotte nog wat kleutertafeltjes. Au, mijn rug dus! Toen ik thuis kwam, vroegen de kinderen, hoe het geweest was. ¨Nou,¨ grapte ik, ¨ik kreeg een lintje vanwege 25 jaar trouwe schoonmaakdienst.¨ Ha, ha, er was er één bij, die echt moest nadenken, of dat nu serieus was, of een grap :-)))