- een doosje niet zo mooie champignons
- 1 knolselderij met verlept blad
- 1 zielige pastinaak
- een restje gekookte aardappels van gisteren (toch een restje dus ;-))
- de laatste, ietwat schimmelige, zoete aardappel (alleen de schil had schimmelplekjes)
- enkele tenen knoflook van een bol met uitgelopen sprieten
- vier wortels, de laatsten uit een zakje waspeen
- een paar stukken bloemkool, die ik redde van een verder rottig exemplaar
- een restant verlepte peterselie
- 2 uien
Ik trok allereerst een krachtige rundvleesbouillon. Was meteen het één na laatste pakje soepvlees uit mijn vriezer opgebruikt. Dat lag er al zoooo lang.
Vanmiddag maakte ik mijn groentenbuit schoon en sneed alles in stukjes. Ik zette een groot deel van de groenten in wat zonnebloemolie aan; eerst de uien en de knoflook. Een klein deel van de groenten hield ik apart om als herkenbare groenten in de soep te eindigen. Nadat de groenten waren aangezet, goot ik de bouillon er door een zeef bij. Ik bracht alles aan de kook en liet de soep 20 minuten pruttelen. Daarna pureerde ik het zaakje door er de staafmixer in te zetten. De ietwat saaie soep leukte ik op met de achtergehouden groenten. Nog even een paar flinke draaien aan m´n pepermolen en, voila, een grote pan heerlijke MaDiWoDo-soep.
de soep vòòr het pureren. Lekker veel groenten! |
De stukjes groenten, die er later bij gingen. En de verlepte peterselie die in een beker koud water nog aardig opknapte. |
Lekker soeppie |
We hebben deze soep vanavond gegeten met een restant zelfgemaakte patat van zaterdag. Is dat ook maar weer op. En vooruit: ook het toetje kwam uit de voorraad. Ik heb nog enkele potten peren op siroop. Die staan werkelijk al jaren op de plank. Ik heb voor de grap eens gezocht op mijn blog, om te kijken of ik er soms over geblogd had, destijds. En jawel! De peren stammen uit 2010! Nou, ze smaakten perfect :-). Heerlijk met een klodder slagroom en wat hagelslag. Er staan nog een stuk of 3 potten. Die gaan we maar eens snel soldaat maken.
Ik had nog meer keukenwerk op mijn programma, vandaag. Er stond een groot pak Winter Wonder Cake in mijn kast. Dat kreeg ik kado van één van de deelnemers aan een workshop brood bakken. Met het pak mix (van 1 kilo) kon je genoeg beslag maken voor 3 cakeblikken. Ik had bedacht, dat ik daar ook lekker wat weckglazen mee kon vullen, om cake te wecken.
Cake op de plank hebben staan, is ook alweer zoiets fijns. Zo heb je altijd iets in huis voor onverwachts bezoek, of voor een keer dat je geen tijd hebt om iets te bakken. Koek uit de winkel houd ik liever buitenshuis. Niet alleen omdat ik het erg duur vind, maar ook omdat het enorm veel verpakkingsmateriaal scheelt, als je zelf bakt.
Cake weck je in zogenaamde stortglazen. Dat zijn konisch gevormde glazen, waar de cake gemakkelijk uit kan glijden. Hiervoor is het ook nodig, dat je de glazen goed invet en bestrooit met paneermeel. Dat paneermeel moest ik nog even maken. Ik gebruikte er het brood voor, wat ik in de kacheloven had gedroogd. Het brood ging in een plastic zak en werd daarna bewerkt met een deegroller. Zo krijg je prachtig paneermeel van oud brood, wat ook alweer niet in de vuilnisbak hoeft te belanden.
Cake wecken kun je op verschillende manieren doen. Ik doe het zo:
Vul de beboterde en gepaneerde (brandschone) weckglazen voor de helft met cakebeslag. Sluit de glazen met de deksels met ringen en twee klemmetjes. Zet de glazen in de weckketel en verzwaar ze (anders gaan ze drijven). Ik verzwaar de glazen door er met water gevulde potten bovenop te zetten. Vul de ketel met water tot je cakepotten bijna onder water staan. Breng alles aan de kook en laat het 2 uur koken. Klaar!
Cake op deze manier ´gebakken´ vinden wij erg lekker, want het is minder droog dan (mijn) oven-gebakken cake.
Het cake-klusje deden Maria en ik samen. Terwijl ik de potten prepareerde, maakte Maria het beslag klaar. Zo hadden wij met maar heel weinig moeite 9 cakejes gebakken: 7 in glazen van 1/2 liter en 2 in glazen van 3/4 liter.
Zelfgemaakt paneermeel |
geprepareerde glazen |
tot halverwege met beslag gevuld |
Uit de ketel. Nu afkoelen, dan kunnen de klemmetjes eraf. |
de winterroos staat in volle bloei. Jammer dat ze hun kopjes altijd zo laten hangen |
De rozemarijn bloeit met tere paarse bloemetjes |
De winterviolen maken zich op voor een rijke voorjaarsbloei |
En hoe heerlijk is het dan om ´s avonds nog wat met wol bezig te zijn? Maar daarover schrijf ik later nog weleens. Het verhaal is wel weer lang genoeg :-).