Toen ik 2 weken geleden naar het ziekenhuis ging, lag het in de verwachting, dat ik daar best lang zou moeten liggen. Ik had daarom naast wat boeken, ook wat te handwerken meegenomen. Uiteraard m'n sokkenbreiwerk. Dat is iets wat ik standaard in mijn tas heb en waar ik overal aan werk. Onderweg in de auto, op een verjaardag, in de wachtkamer bij de dokter en noem maar op. Verder had ik ook een borduurwerk in mijn tas gestopt, wat al jaren in de kast lag stof te verzamelen. Het is een superfijn merklapje. Zó fijn, dat ik er alleen bij daglicht aan kan werken. En aangezien ik me niet zo snel overdag tijd gun om te gaan zitten borduren, kwam dat werkje nimmer af. Maar in het ziekenhuis heb ik er zowaar een flink stuk aan kunnen werken. Als ik me kwaad zou maken, zou het deze zomer toch echt af kunnen zijn. Wie weet :-).
Wat zónder me kwaad te maken afgekomen is, zijn de wolwitte opengewerkte kuitsokken voor Maaike. Wat vond ze dát leuk, toen ik die uit m'n ziekenhuistas opdiepte. Het enige wat er nog aan moest gebeuren, was een picotrandje eraan haken. Dat heb ik hier thuis gedaan, want ik had geen haaknaald bij me in het ziekenhuis. Sterker, ik bleek niet eens een geschikte haaknaald in huis te hebben! Ik geloof, dat ik in geen 20 jaar gehaakt heb. Mijn moeder bleek nog een geschikte haaknaald in huis te hebben en dus heb ik vanmiddag dat picotrandje zitten haken. En wat leuk eigenlijk, haken. Ik ga dat vast weer eens vaker doen!
Toen ik Maaikes sokken in het ziekenhuis had afgebreid, heb ik meteen nóg een paar voor haar opgezet. Ik had van de andere kinderen geen maten bij me. Maaike boft dus maar. Maar als déze sokken af zijn, is er toch eindelijk weer eens een ander kind aan de beurt.