De dag begon hier net als andere dagen en kabbelde zomaar voort. In vakantiestand in de zin van: niet op de klok hoeven kijken. In gewone werkstand in de zin van: het gewone riedeltje. Er werd dus gewassen, gestreken, vaatwasser uitgeruimd en weer volgestouwd, opgeruimd enzovoorts.
Jan en Maria hebben vast een gat geslagen in de meelvoorraad, die we gisteren bij de molen haalden. Ze pakten 100 zakken meel en 50 zakken zout in. Bikkels!
Ik deed intussen een druiven-experiment. Ik maakte druivenjam, die goed uitpakte. Eén potje hield ik voor onszelf en deed er bij wijze van proef een blaadje verse munt in. Dat moet voor het mooi natuurlijk een poosje smaak af kunnen geven, maar ik proefde vanavond toch maar alvast. Mmmm, heerlijk! Druivenjam met een vleugje munt dus.
Er kwamen inmiddels 2 vriendjes voor Henk opdraven en tussen de middag zaten we met z´n zessen fijn aan de tuintafel aan de lunch.
Na de lunch besloot ik een klein siësta te houden. Twintig minuutjes de ogen dicht. Ik was tenslotte al uren in touw. En toen gebeurde het: roet in het eten! Ik deed m´n ogen open en voelde meteen een bonkende hoofdpijn. Nee hè :-(.
Zo goed en zo kwaad als het ging sukkelde ik naar beneden om de webshopbestellingen klaar te maken. Om een uur of 3 kwam Maaike. Die is op vakantie in Ouddorp, maar komt af en toe ´buurten´. Ze houdt er niet van, om lang van huis te zijn. Ze bewonderde de tuinset en terwijl we nieuwtjes uitwisselden, dronken we met z´n drieën gezellig een kopje koffie. De hoofdpijn zakte echter niet :-(.
Rond vier uur besloot ik een Ibuprofen in te nemen. Dat doe ik niet zo snel. Maar nu dan toch wel. Ik had een printprobleem en kreeg de adresetiketten voor op de pakjes niet geprint. Gelukkig kon Willem me op afstand helpen. Intussen draaide de klok al aardig naar vijven. Juist toen ik klaarstond om weg te gaan, arriveerde m´n vriendin met haar vriendin. Ha, ha, wat een gevriendin :-). En wat een leuke verrassing! Ik zou snel de pakjes weg gaan brengen, zodat we nog even konden kletsen. Maar o, o, wat voelde ik me naar, terwijl ik onderweg was. Ik was misselijk en warm en koud tegelijk.
Thuisgekomen voelde ik mij verre van een hartelijke vriendin. Maar het was niet zo erg, want de dames hadden niet zo heel veel tijd meer. Die hadden nog een heel programma en klommen al snel weer op hun fiets.
Ik zette me achter het aanrecht om te koken. De aardappels had Maaike al opgezet en de boontjes had ik ´s middags tijdens het koffie leuten al schoongemaakt. Even een kipfiletje in de pan. Appeltje, eitje. Niet dus! Ik zag inmiddels echt scheel van de hoofdpijn en wist nog maar één ding: ik wilde naar bed. Direct! Ik gaf Jan instructies om aan Maaike en Maria door te geven, die even weg waren. Zij zouden het eten verder wel klaarmaken.
Ik was net naar boven, toen Willem thuiskwam. Die zorgde ervoor dat ik nog twee paracetamollen innam en daarna zakte ik weg. Ik was even helemaal van de wereld. En dat hielp! Om half 8 was ik overal van af. Oh, wat ben je dan blij!
Ik zette een pittige bak koffie en deed nog wat klusjes. De vaatwasser nóg maar weer een keer uitgepakt en volgestouwd. De was afgehaald. Een was gevouwen. Saai misschien. Maar wat was ik blij, dat ik dat weer doen kon, zeg!
Willem en ik deden samen nog wat werk achter de computer voor de fair. Daarna ging Willem nog (laat!) met Henk fietsen. Dat is dan typisch weer iets voor in de zomervakantie. Heerlijk hoor!
En nu maar hopen, dat het morgen allemaal wat gestroomlijnder verloopt ;-). Zonder roet in het eten.