We hadden vanmorgen een echt campingontbijt. Althans, wat wíj een echte campingontbijt vinden: brood met gebakken ei. De ochtend was fris, maar het was droog. Het zonnetje scheen zelfs, terwijl we van het thuisfront foto´s kregen van fikse regenbuien.
Tijdens het ontbijt bespraken we de plannen voor deze dag. We wilden de (replica van een) steenkolenmijn in Valkenburg gaan bezoeken. Ik boekte online alvast de tickets, waarmee we op elk heel uur van de dag terecht konden. Daarna zouden we nog wel zien, wat we gingen doen. Misschien wat rondboemelen in Valkenburg, of een stukje van een route rijden, of een kringloopwinkel aandoen. Later zei Willem, dat hij deze week in elk geval ook nog naar de Amerikaanse erebegraafplaats in Margraten wilde. Prima allemaal. Plannen genoeg.
We deden op campingtempo het ochtendrondje: douchen, de rommel een beetje organiseren en toen waren we al klaar voor vertrek.
Een paar honderd meter bij de camping vandaan heb je een fantastisch vergezicht op Gulpen en we stonden (weer) even stil om ervan te genieten.
Al snel waren we in Valkenburg en we liepen met onze online tickets langs de kassa. We moesten nog een kwartiertje wachten tot de rondleiding begon. Intussen kon je in de wachtruimte al het één en ander bekijken.
Ik moest glimlachen, toen ik deze oproep zag:
Hoe geheel anders dan in onze huidige tijd, als er een energiecrisis is!
Toen het tijd was voor de rondleiding werden we eerst naar een filmzaal gewezen, waar je in korte tijd een juist beeld kreeg van vervlogen tijden. De laatste steenkolenmijn sloot in Nederland in 1974. Eigenlijk nog helemaal niet lang geleden dus!
Na de film stelde de gids zich aan ons voor. Hij kwam uit een mijnwerkersfamilie, zoals zoveel Limburgers. Zijn vader had ook in de mijn gewerkt, maar zelf had hij gekozen voor de zeevaartschool. Toch wist hij veel van het werken in de mijn. Hij was immers in die wereld opgegroeid.
Bij elk onderdeel gaf hij veel uitleg en hij deed dat ook op een leuke manier. Er waren best veel kinderen in onze groep en die betrok hij helemaal bij zijn verhaal.
In de mijn werd lange tijd gebruik gemaakt van paardenkracht. Paarden werden voor het werk in de mijn getraind. Als ze een jaar of vier waren, moesten ze de mijn in. Maar ze pasten niet in de lift. Ze werden op twee benen in de liftkooi gezet en zo konden ze naar beneden. Daar bleven ze verder hun hele paardenleven. Er was dus ook een paardenstal daar beneden. Ze moesten karren met kool trekken, die wel 800 kilo wogen:
wagonnetje met 800 kilo steenkool |
De mijn werd elke dag een meter of vier verder uitgeboord en na het boren met dynamiet verder uitgehold. Die boren konden nog in werking gezet worden. Ongelofelijk wat een herrie! En dat moesten de mannen doorstaan, zónder gehoorbescherming.
Behalve de boren, maakten ook de waterpompen veel herrie. Al met al konden de mannen alleen met elkaar communiceren via een soort morse-seinen.
De rondleiding duurde zo´n 5 kwartier en was echt interessant. Hoe indrukwekkend onder welke omstandigheden onze vaders en opa´s moesten werken! En na een vrij kort arbeidzaam leven, werden ze ziek vanwege stoflongen en waren ze ook allemaal doof! De vader van onze gids was dan ook maar 61 geworden.
Na de rondleiding bedachten we, dat we wel een kringloopwinkel in Valkenburg wilden bezoeken. We zochten er één op internet op en reden er heen. Prettige bijkomstigheid was, dat er een grote parkeerplaats achter was, waar bezoekers van de winkel gratis mochten parkeren. We staken even een broodje achter onze kiezen en gingen de winkel binnen.
In het midden een ster |