maandag 21 juni 2021

Een lofzang op de biet

Vandaag aten we bietjes. Of ´krootjes´, zoals wij zeggen. Het waren geen bietjes uit eigen tuin, want die zijn nog niet klaar om te oogsten. Al zie ik ze wel steeds dikker worden en kíjk ik ze bijna groot. Bietjes vers van de tuin zijn zó lekker!! Maar ik had dus gewoon bieten bij de groenteboer vandaan. Bietjes zijn het hele jaar door verkrijgbaar, al heb je wel verschil tussen zogenaamde zomerbietjes en winterbietjes. Maar welke bietjes je ook koopt en in welk seizoen dan ook, ze zijn eigenlijk altijd voordelig. 


Ik kocht de bietjes vorige week, toen het zo verschrikkelijk warm was. Ik had het plan om er een bietensalade mee te maken. Lekker met geitenkaas en ragfijn gesnipperde ui en augurk en rucola. Dat kun je ´s morgens vast klaarmaken en het dan ´s avonds eten met bijvoorbeeld gebakken krieltjes ofzo. Voor de liefhebbers haring erbij....

Maar nu het zomaar 10 graden koeler is, veranderde ik van plan. Ik maakte vandaag een simpele bietenstamppot.

Bietjes zijn dus goed verkrijgbaar, voordelig én heel veelzijdig. ¨Ja, maar, het is zoveel werk,¨ zucht men dan. En dan denk ik: ¨Onzin!¨ Wat is het werk nu helemaal om bieten in een pan water te knikkeren en een poosje zachtjes te laten koken? Daarna laat je de hele handel in de pan afkoelen. Als de bieten koud zijn, haal je even het velletje eraf. Meestal gaat dat gewoon door er met je handen overheen te wrijven. Een paar minuten werk. Tenslotte snijd je de bietjes in blokjes, of je schaaf ze in plakjes, of je maakt ze klein in een apparaat. Dat laatste zou ik niet doen. Dan moet je meteen weer van alles afwassen. Het is dus echt een werkje van niets. Alleen moet je het een beetje plannen. Die kokerij kun je het beste ´s morgens of aan het begin van de middag doen. Dan zijn de bietjes afgekoeld, als je ze gaat verwerken.



En kijk, op het aanrecht staat een tweede zaaisel bieten. Maar dat duurt nog wel even, voordat die op onze borden zullen liggen :-). Ik heb ze juist moeten redden, omdat ze buiten een hoosbui over zich heen gekregen hadden. Nu mogen ze binnen even op adem komen.


Langzaam maar zeker kan ik steeds meer van de tuin halen. Elke dag sowieso peultjes en aardbeien. En regelmatig haal ik er snijsla vanaf en basilicum en tijm en selderij en bieslook en rozemarijn. Dat is zo´n rijkdom, die verse kruiden! Vandaag draaide ik er voor de laatste keer rabarber af. Na de langste dag wordt het oxaalzuurgehalte in de plant hoger. Ik ben daar op zich niet zo bang voor, hoor. Dat is hooguit schadelijk als je er een grote hoeveelheid van binnenkrijgt. Van een paar stengels rabarber van ná de langste dag, krijg je echt niet acuut nierstenen. Maar goed. Ik wil de rabarberplanten nu verder laten rusten en sterk laten worden voor volgend jaar. Ik kreeg mijn planten vorig jaar als stek en vond het sowieso al een verrassing, hoe goed ze het hebben gedaan.

Deze week kan ik ook eindelijk de eerste kropsla oogsten. 

Naast alle dagelijkse karweitjes in en om het huis en in de webshop, heb ik zaterdag en vandaag natuurlijk ook weer inhaalslagjes geslagen.

Zaterdag zeemde ik ons slaapkamerraam aan de buitenkant. Terwijl ik daarmee bezig was, viel mijn oog op het kelderraampje. In onze kelder zitten twee raampjes. Omdat de kelder (uiteraard) ondergronds is, zijn er soort bakken om die raampjes gemetseld. In die bakken lag dor blad en zelfs een laagje modder. Het schoonmaken van zo´n bak en zo´n kelderraampje is wel even een dingetje. Je moet er voor op je knieën op het grind gaan zitten en dan die bak uitscheppen. En daarna dat raampje met roedeverdeling en tralies ervoor zemen. Alles op de knietjes ;-). Het wemelt er van de spinnen en ander gespuis. En daarna moet natuurlijk ook de binnenkant van het raampje en het kozijntje nog en daarvoor moet je dan in de kelder zijn. Afijn. Een werkje, wat dus maar al te gemakkelijk blijft liggen. Eén raampje met bijbehorende bak heb ik schoongemaakt. Een mooi inhaalslagje. Het was natuurlijk nóg mooier geweest, als ik allebei de raampjes had gedaan. Maar voor het tweede raampje met bak stond Hans z´n bus geparkeerd en daardoor kon ik er nog lastiger bij. Dat moet dus later maar een keer. Voor nu ben ik blij met één schoon raampje en één schone bak.

Vol met oud blad en troep.
*schaam*

En weer lekker schoon.
Leuk hè, zo´n kelderraampje!

En zaterdag deed ik nóg een inhaalslagje. Weer een kleintje. Ik schoot het kringloopwinkeltje op het dorp in en kocht een lamp voor aan het plafond op de overloop. Daar hing dus al anderhalf jaar een kaal peertje.


Toen ik met m´n kringloopvondst thuiskwam heb ik net zo lang gezeurd, tot er iemand het ding voor me op ging hangen. Ha, ha. Willem wilde het gelukkig even doen. Wat een verbetering!


En vandaag heb ik m´n inhaalslagje op zolder geslagen. Ja, het gaat echt ongestructureerd. Maar dat geeft niet. Mijn vader zei altijd: ¨Waar je hem raakt, doe je hem zeer.¨ 
Op zolder heb ik zomaar voor de voet op wat dozen leeggeruimd. Er kon gelukkig weer een hele vuilniszak naar de container. Een kratje met water/strand-spul kon naar de schuur. Henk vroeg juist pas, of we nog iets van een opblaasband ofzo hadden. ¨Ik denk het niet,¨ zei ik. Maar in dat kratje zat wel het één en ander. Leuk voor als het weer warm(er) wordt en de jongens na het eten weer graag even in de Graaf springen. Hoe dan ook, ik ben toch blij, met wéér een inhaalslagje.